DE BASISPRINCIPES VAN HET NAAIEN
■ Werken met het voetpedaal
U kunt het naaien starten en stoppen met het
voetpedaal.
Zet de machine uit.
a
Opmerking
Wanneer u het voetpedaal aansluit, moet u
de naaimachine uitzetten, zodat deze niet
per ongeluk kan starten.
b
Plaats de stekker van het voetpedaal in de
aansluiting aan de rechterkant van de
machine.
a Voetpedaalaansluiting
c
Zet de machine aan.
56
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
d
e
a
f
g
Selecteer de gewenste naaisnelheid door de
schuifknop voor snelheid naar links of naar
rechts te schuiven.
Wanneer u de schuifknop voor
snelheidsregeling naar links schuift, wordt de
naaisnelheid lager; wanneer u de knop naar
rechts schuift, wordt de snelheid hoger.
a Schuifknop voor snelheidsregeling
De snelheid die u hebt ingesteld met de
schuifknop voor snelheidsregeling, is de
maximum naaisnelheid van het voetpedaal.
Zodra u klaar bent om te gaan naaien, drukt u
langzaam het voetpedaal in.
Door het voetpedaal in te drukken, verhoogt u
de naaisnelheid. Door het voetpedaal omhoog
te laten komen, verlaagt u de naaisnelheid.
• Druk het voetpedaal langzaam in. Wanneer
u het voetpedaal te hard indrukt, begint het
naaien te snel.
De machine begint te naaien.
Wanneer het eind van het stiksel is bereikt,
laat u het voetpedaal helemaal omhoogkomen.
De machine stopt met de naald omlaag
(in de stof).
Knip de draden af.
• Voor meer informatie, zie "Draad afknippen"
(pagina 59).
a
Langzamer
Sneller