— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
VOORBEREIDINGEN
e
Plaats een andere persvoet onder de houder,
zodat de pen van de persvoet op één lijn staat
met de inkeping in de houder.
Plaats de persvoet zodanig dat de letter die het
type persvoet aangeeft (A, G, I, J, M, N of R)
leesbaar is.
a
b
a Persvoethouder
b Inkeping
c Pin
f
Breng de persvoethendel langzaam omlaag,
zodat de persvoetpen in de inkeping in de
persvoethouder klikt.
b
c
a Persvoethendel
b Persvoethouder
c Inkeping
d Pin
De persvoethendel is bevestigd.
44
c
a
d
g
Breng de persvoethendel omhoog om te
controleren of de persvoet stevig vastzit.
Opmerking
Wanneer een steek is geselecteerd, wordt op
het scherm het pictogram weergegeven voor
de persvoet die u moet gebruiken.
Controleer voordat u gaat naaien of de juiste
persvoet is bevestigd. Wanneer niet de juiste
persvoet is bevestigd, zet u de machine uit,
bevestigt u de juiste persvoet en selecteert u
de gewenste steek opnieuw.
Knoopsgatvoet "A"
Overhandse steekvoet "G"
Zigzagvoet "J"
Knoopaanzetvoet "M"
Monogrammenvoet "N"
Blindzoomvoet "R"
Zijsnijder "S" (optioneel)
Meer informatie over de persvoet die u
moet gebruiken bij de geselecteerde steek
vindt u in de "Steekinstellingentabel"
(pagina 72).