— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Basissteken
a
Rijg of speld de stukken stof bijeen.
b
Bevestig zigzagvoet "J".
• Voor meer informatie over het verwisselen
van de persvoet, zie "Persvoet verwisselen"
(pagina 43).
c
Selecteer een steek.
• Voor meer informatie, zie "Steken selecteren"
(pagina 51).
d
Breng de naald omlaag in de stof aan het begin
van het stiksel.
e
Begin met naaien.
• Voor meer informatie, zie "Beginnen met
naaien" (pagina 55).
• Voor meer informatie over achteruit/
verstevigingssteken, zie "Naaiwerk
verstevigen" (pagina 57).
f
Knip de draad af wanneer het naaiwerk is
voltooid.
• Voor meer informatie, zie "Draad afknippen"
(pagina 59).
J
■ Naaldstand wijzigen
De naaldstand die wordt gebruikt als nullijn is
verschillend voor de rechte steek (linker
naaldstand) en de rechte steek (middelste
naaldstand).
a
a Rechte steek (linker naaldstand)
b Rechte steek (middelste naaldstand)
Wanneer de steekbreedte van de rechte steek
(linker naaldstand) is ingesteld op de
standaardinstelling (0,0 mm), is de afstand van
de naaldstand tot de rechterkant van de
persvoet 12 mm (1/2 inch). Wanneer u de
steekbreedte wijzigt (tussen 0 en 7 mm (1/
4inch)), verandert ook de naaldstand. Door de
steekbreedte te wijzigen en te naaien met de
rechterkant van de persvoet op één lijn met de
rand van de stof, kunt u een marge naaien met
een vaste breedte.
0.0
2.0
a Steekbreedte-instelling
b Afstand van de naaldstand tot de rechterkant van
de persvoet
c 12,0 mm (1/2 inch)
d 10,0 mm (3/8 inch)
e 6,5 mm (1/4 inch)
f 5,0 mm (3/16 inch)
• Voor meer informatie, zie "Steekbreedte
aanpassen" (pagina 61).
b
5.5
7.0
Basissteken 83
3