— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
VOORBEREIDINGEN
a
Zet de machine aan.
De gemarkeerde weergave is de begininstelling.
Het LCD-display gaat aan.
b
Druk op
(instellingstoets) op het
bedieningspaneel.
Het instellingenscherm verschijnt.
c
Druk op het onderdeel dat u wilt instellen.
Wissel van scherm met
pagina) en
(toets Volgende pagina).
• Op de volgende schermen ziet u de
standaardinstellingen daarvan.
20
Voorbeeld: Naaldstopstand wijzigen
d
(toets Vorige
Wanneer u de gewenste instellingen hebt
opgegeven, drukt u op
Het beginscherm voor steken wordt
opnieuw weergegeven.
Memo
"NO." is het unieke nummer van de
naaimachine.
"VERSION" is de programmaversie die is
geïnstalleerd op de naaimachine.
Instellingen die u wijzigt, blijven behouden
wanneer de stroom wordt uitgeschakeld.
(achteruittoets).