DE BASISPRINCIPES VAN HET NAAIEN
Steeklengte aanpassen
U kunt de steeklengte aanpassen om de steek grover
of fijner te maken.
Telkens wanneer u op
fijner (korter).
Telkens wanneer u op
grover (langer).
Memo
betekent dat u de instelling niet kunt
wijzigen.
Druk op
om de standaardinstelling te
herstellen.
VOORZICHTIG
Wanneer de steken te dicht op elkaar
zitten, vergroot u de steeklengte.
Wanneer u doorgaat met naaien terwijl
de steken te dicht op elkaar zitten, kan de
naald verbuigen of breken.
62
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
drukt, maakt u de steek
drukt, maakt u de steek
Draadspanning aanpassen
Wellicht moet u de draadspanning aanpassen,
afhankelijk van de stof en de draad die u gebruikt.
■ Juiste draadspanning
De bovendraad en de onderdraad moeten elkaar
kruisen in het midden van de stof. Alleen de
bovendraad mag zichtbaar zijn aan de voorkant
van de stof en alleen de onderdraad mag zichtbaar
zijn aan de achterkant van de stof.
a
b
c
a Achterkant van de stof
b Voorkant van de stof
c Bovendraad
d Onderdraad
■ Bovendraad is te strak
Als de onderdraad zichtbaar is aan de voorkant
van de stof, is de bovendraad te strak.
Opmerking
Als de onderdraad onjuist is ingeregen,
wordt de bovendraad misschien de strak. Zie
in dat geval "Spoel plaatsen" (pagina 27) en
rijg de onderdraad opnieuw in.
a
b
c
d
a Achterkant van de stof
b Voorkant van de stof
c Bovendraad
d Onderdraad
e De onderdraad is zichtbaar aan de voorkant van
de stof.
Draai de draadspanningsknop naar links zodat de
bovendraad losser wordt.
d
e