Fotovoltaïsch systeem
Gebruik eigen stroom actieveren
De optimalisatie van het eigenenergieverbruik is actief,
als aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
■
"Vrijgave eigen energieverbruik PV 7E00" staat
op "1" of "2".
■
Gewenste functie is vrijgegeven: zie voorgaande
tabel.
De door de fotovoltaïsche installatie aan het net
■
geleverde elektrisch vermogen is gedurende een
bepaalde periode groter dan het elektrische vermo-
gen van de warmtepomp.
■
Het door de fotovoltaïsche installatie geleverde elek-
trische vermogen overschrijdt "Drempel elektr.
vermogen 7E04".
"Uitschakelmodus" en "Vakantieprogramma" zijn
■
niet actief.
Vermogensaanpassing bij vermogensgeregelde warmtepompen
Om te vermijden dat de compressor tijdens het gebruik
van eigen stroom uit het net stroom moet halen, wordt
het compressorvermogen automatisch aangepast aan
het actueel beschikbare elektrische vermogen van het
fotovoltaïsche systeem. Hiervoor "Aandeel ext.
stroom 7E02" op een waarde tussen "0" en "9"
instellen.
Tapwaterverwarming
De gewenste temperatuur voor de tapwateropwarming
bij het gebruik van eigen stroom is "Gewenste warm-
watertemperatuur 6000" plus "Verhoging gew.
temp. warmwaterbuffer PV 7E21".
De verwarming van de warmwaterboiler begint, als
aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
■
Gebruik van eigen stroom is actief (zie "Gebruik van
eigen stroom activeren").
De temperatuur in de warmwaterboiler is een waarde
■
ter grootte van de verminderde inschakelhysterese
lager dan de aangepaste gewenste temperatuur.
■
Binnen de volgende 24 uur is in het "Tijdpro-
gramma Warm water" minstens 1 periode inge-
steld.
Ook de statistische analyse van het gebruikersgedrag
kan als bijkomend inschakelcriterium dienen: Zie
hoofdstuk "Rekening houden met het gebruikersge-
drag".
Bij vermogensafhankelijke compressoren blijkt het
gewenste vermogen van de compressor direct uit de
ter beschikking staande energie van het fotovoltaïsch
systeem. Hierdoor werkt de compressor evt. ook bui-
ten het efficiënte vermogensbereik.
Als de verhoogde gewenste temperatuur in de warm-
waterboiler is bereikt, eindigt de tapwateropwarming
met gebruik van eigen stroom.
(vervolg)
De optimalisering van het gebruik van eigen stroom
wordt automatisch gedeactiveerd, indien een van de
volgende voorwaarden van toepassing is:
■
Het door de fotovoltaïsche installatie geleverde elek-
trische vermogen onderschrijdt gedurende
10 min "Drempel elektr. vermogen 7E04" min "Uit-
schakeldrempel (relatief) 7E07".
Een andere van de bovengenoemde voorwaarden is
■
niet meer van toepassing.
Deze vermogensaanpassing is actief als aan beide
volgende voorwaarden is voldaan:
■
De niet aangepaste gewenste temperaturen zijn
bereikt. De warmtepomp is in werking om de aange-
paste gewenste waarden te bereiken.
Het aan het net geleverde elektrische vermogen is
■
hoger dan het minimumvermogen van de compres-
sor.
Opmerking
Wanneer tijdens het opwarmen van de warmwaterboi-
ler de voorwaarden voor het gebruik van eigen stroom
niet meer zijn vervuld (zie "Gebruik eigen stroom acti-
veren"), wordt de opwarming voortgezet tot aan het
bereiken van de "Gewenste warmwatertemperatuur
6000". Hiertoe worden de warmtepomp en eventueel
vereiste bijverwarmingen met stroom uit het net
gevoed. Er wordt geen rekening meer gehouden met
het verhogen van de gewenste temperatuur.
Rekening houden met gebruikersgedrag
De inschakeltijdstippen voor de tapwaterverwarming
worden in het protocol opgenomen en geëvalueerd. Zo
registreert de warmtepompregeling het gebruikersge-
drag.
Hiermee kan bij de tapwaterverwarming bij gebruik van
eigen stroom rekening gehouden worden. Hierdoor
kan de tapwaterverwarming ingeschakeld worden als
op basis van de gebruikersstatistiek gedurende de vol-
gende uren tapwaterbehoefte verwacht wordt.
Een door Viessmann gecertificeerde verwarmingsfirma
voor warmtepompen kan deze functie activeren.
Het inschakeltijdstip voor de volgende tapwaterverwar-
ming wordt vervroegd als het geleverde elektrische
vermogen "Drempel elektr. vermogen 7E04" over-
schrijdt.
Functiebeschrijving
81