Functiebeschrijving
Extra verwarmingen
Externe warmteopwekker
De warmtepompregeling maakt de bivalente werking
van de warmtepomp met een externe verwarmingstoe-
stel mogelijk, bijvoorbeeld een oliegestookte CV-ketel.
De externe warmtegenerator is hydraulisch zodanig
geïntegreerd dat de warmtepomp ook voor de verho-
ging van de retourtemperatuur van de verwarmingske-
tel kan worden gebruikt. De systeemscheiding gebeurt
ofwel met een open verdeler, ofwel met een buffer.
Voor een optimale werking van de warmtepomp bij
kamerverwarming wordt de externe warmtegenerator
via een mengklep in de installatieaanvoer achter de
buffer geïntegreerd. Deze mengklep regelt de warmte-
pompregeling rechtstreeks.
Voor de tapwateropwarming wordt de warmwaterboiler
via een aparte aansluiting op de externe warmteop-
wekker geïntegreerd.
De externe warmtegenerator wordt via een potentiaal-
vrij contact gestuurd (klemmen 222.3/222.4 op de uit-
breidingsprintplaat).
Kamerverwarming
Vereiste vrijgaven
Parameter
"Vrijgave externe warmtegenerator
7B00"
"Vrijgave externe warmtegen.voor
verwarming 7B0C"
■
Bivalente modus
Als de gedempte buitentemperatuur ("Interval voor
langdurig gemiddelde buitentemperatuur 7002")
onder de "Bivalentietemperatuur externe warmte-
generator 7B02" ligt, geeft de warmtepompregeling
de werking van de externe warmteopwekker voor de
kamerverwarming vrij.
Boven de bivalentietemperatuur wordt de externe
warmteopwekker alleen onder de volgende voor-
waarden ingeschakeld:
De warmtepomp schakelt door een storing niet in.
–
Of
Er is een bijzondere warmtevraag, bijv. vorstbe-
scherming.
42
(vervolg)
Instelling
"1"
"1"
Bivalente werkwijzen
■
Mogelijke werkwijzen van de externe warmteopwek-
ker ("Bivalente gebruikswijze van de warmte-
pomp 7B0E"):
–
Bivalent parallel:
Externe warmteopwekker en warmtepomp worden
tegelijk ingeschakeld.
Bivalent alternatief:
–
Compressor schakelt uit als de externe warmteop-
wekker ingeschakeld wordt.
In de meeste gevallen is de bivalent parallelle werk-
wijze efficiënter dan de bivalent alternatieve werking.
Bij lage buitentemperaturen kan het afhankelijk van
het type warmtepomp voordeliger zijn om alleen nog
de bivalent alternatieve werking toe te laten ("Uit-
schakelgrens warmtepomp bivalente gebruiks-
wijze 7B0F").
■
Bivalente werking met ijsbuffer
Wanneer een ijsbuffer als primaire bron ter beschik-
king staat, kan de externe warmteopwekker ook
afhankelijk van de temperatuur in de ijsbuffer worden
vrijgegeven. Hiertoe moet de bivalentietemperatuur
via de temperatuursensor in de ijsbuffer worden
gemeten ("Temperatuursensor voor bivalente
werking 7038" op "1").
■
Inschakelcriteria
Doorslaggevend voor het inschakelen van de
externe warmteopwekker is de aanvoertemperatuur
van de installatie. Om ervoor te zorgen dat het kort-
stondig onderschrijden van de gewenste waarde niet
tot het onmiddellijk inschakelen van de externe
warmteopwekker leidt, wordt als inschakelcriterium
de vermogensintegraal gebruikt (integraal uit duur en
hoogte van de afwijking van gewenste aanvoertem-
peratuur t.o.v. de werkelijke aanvoertempera-
tuur: "Inschakeldrempel externe warmtegenerator
7B03").
In volgende gevallen wordt het inschakelen van de
externe warmteopwekker voor de duur "Inschakel-
vertraging externe warmtegenerator 7B04" ver-
hinderd:
Na de overgang in het "Tijdprogramma verwar-
–
men" van een werkingsstatus met lagere gewenste
temperatuur naar een werkingsstatus met hogere
gewenste temperatuur, bijv. van "Gereduc."
naar "Normaal"
Na het omschakelen tussen kamerverwarming en
–
tapwateropwarming