Advertenties
Koelcircuit
(vervolg)
Meldingsco-
Betekenis
de
85
Temperatuur aan de inver-
H
ter te laag door te lage
buitentemperatuur
86
Stroomverbruik inverter te
H
hoog
87
Temperatuur aan de motor
H
van de compressor te
hoog
88
Storing compressoraan-
S
drijving
89
Interne storing inverter
S
8A
Interne storing inverter
S
8B
Interne storing inverter
H
8C
Communicatiefout
H
8D
Kortsluiting/onderbreking
S
temperatuursensor inver-
ter
8E
Functie "Autotuning" ge-
H
deactiveerd
8F
Compressoraandrijving
S
gedeactiveerd
Gedrag van de warmte-
pomp
Compressor uit
Compressor uit
Compressor uit
Compressor uit
Compressor uit
Compressor wordt uitge-
schakeld of loopt verder.
Compressor uit
Compressor uit
Compressor uit
Compressor blijft in wer-
king.
Compressor uit
Maatregel
Geen maatregel nodig
Wikkelingsweerstand aan de compres-
sor meten. Weerstand moet op alle
wikkelingen gelijk zijn (
10 %). Voor
±
m
geschikt meettoestel gebruiken.
Ω
Wikkelingsweerstand aan de com-
■
pressor meten. Weerstand moet op
alle wikkelingen gelijk zijn.
Eventueel compressor vervangen.
■
Wikkelingsweerstand aan de com-
■
pressor meten. Weerstand moet op
alle wikkelingen gelijk zijn (
Voor m
geschikt meettoestel ge-
Ω
bruiken.
Eventueel de compressor en/of in-
■
verter vervangen.
Inverter vervangen.
Bij herhaaldelijk optreden inverter ver-
vangen.
Spoel aan de inverter controleren.
■
Evt. spoel vervangen: Zie "EEK-
printplaat [2]".
Eventueel inverter vervangen.
■
Inverter spanningsvrij schakelen.
■
Vervolgens de spanningsvoeding
herstellen.
Wanneer de storing aanwezig blijft,
■
inverter vervangen.
Inverter vervangen.
Wikkelingsweerstand aan de com-
■
pressor meten. Weerstand moet op
alle wikkelingen gelijk zijn (
Voor m
geschikt meettoestel ge-
Ω
bruiken.
Eventueel de compressor en/of in-
■
verter vervangen.
Bruggen aan inverter controleren,
■
klemmen 4 tot 10. Aansluit- en be-
dradingsschema van de warmte-
pomp in acht nemen: Zie "EEK-print-
plaat [2]".
Eventueel inverter vervangen.
■
Diagnose
10 %).
±
10 %).
±
167
Advertenties
