Koelcircuit
(vervolg)
Meldingsco-
Betekenis
de
1A
Veiligheidscircuit onder-
S
broken, compressor ge-
blokkeerd
20
Condensatiedruk te hoog
H
(regelhogedruk)
21
Verdampingsdruk te laag
H
(lagedrukstoring)
26
Maximale duur voor ont-
H
dooien overschreden
27
Compressorverhouding te
H
hoog
28
H
Maximale hogedruk
2A
H
Stroomverbruik inverter te
hoog
2B
Maximale zuiggasdruk
H
overschreden
2C
Minimaal drukverschil tus-
H
sen hoge- en lagedrukzij-
de werd niet bereikt.
2D
H
Compressorverhouding te
laag
Gedrag van de warmte-
pomp
Compressor uit
Compressor uit
Compressor uit
Ontdooien wordt voortijdig
beëindigd.
Compressor uit
Compressor uit
Compressor uit
Compressor uit
Compressor uit
Compressor uit
Maatregel
Veiligheidscircuit controleren: Zie
■
aansluit- en bedradingsschema.
Stekker voor aansturing compressor
■
op EEK-printplaat controleren:
Zie "EEK-printplaat [2]".
Zoals "D4 Regelhogedruk":
zie "Overzicht van de meldingen" voor
de warmtepompregeling.
Zoals "D3 Lage druk": zie "Overzicht
van de meldingen" voor de warmte-
pompregeling.
Instelling "Verdampertemperatuur
■
voor einde ontdooien 5010" con-
troleren. Evt. toestand bij levering tot
stand brengen.
Functie van de 4-wegomschakelklep
■
controleren: Zie "Actorentest".
Wanneer de storing aanwezig
■
blijft, "experts" informeren.
Hogedruk- en lagedruksensor con-
■
troleren: Zie meldingscodes "05"
en "0A".
Wanneer druksensoren in orde zijn en
storing aanwezig blijft:
Positie van het werkingspunt contro-
■
leren: Zie "Compressordraaiveld"
en/of "Compressordraaipad".
Evt. gewenste boilertemperatuur la-
■
ger instellen.
Parameter compressor ("5xxx")
■
door "expert" laten controleren.
Evt. gewenste boilertemperatuur la-
■
ger instellen.
Wikkelingsweerstand aan de compres-
sor meten. Weerstand moet op alle
wikkelingen gelijk zijn (
10 %). Voor
±
m
geschikt meettoestel gebruiken.
Ω
Hoeveelheid koudemiddel controle-
■
ren. Evt. hoeveelheid aanpassen.
Wanneer de storing aanwezig
■
blijft, "experts" informeren.
Hogedruk- en lagedruksensor con-
■
troleren: Zie meldingscodes "05"
en "0A".
Wanneer druksensoren in orde zijn en
storing aanwezig blijft:
Elektrische aansluitingen aan de in-
■
verter controleren.
Controleren of de compressor na het
■
inschakelen met constant toerental
draait: Zie "Koudecircuitregelaar [2]".
Eventueel compressor vervangen.
Diagnose
165