7D72 Aanpassing regelspanning uitlaatluchtventilator
Vitovent
200-C
200-W
300-C
X
—
Voor het compenseren van drukverschillen tussen de
toevoerlucht- en afvoerluchtzijde kan het toerental van
de uitlaatluchtventilator in vergelijking met de toe-
voerluchtventilator worden verhoogd of verlaagd. Hier-
toe wordt bij de regelspanning van de uitlaatluchtventi-
lator permanent de hier aangegeven waarde opgeteld.
7D75 Sensorcompensatie buitenluchttemperatuur
Vitovent
200-C
200-W
300-C
X
—
Voor het compenseren van systematische meetfouten
kan voor de buitenluchttemperatuursensor een posi-
tieve of negatieve correctiewaarde (offset) ingesteld
worden.
7D76 Sensorcompens.buitenluchttemp. na voorverwarmregister
Vitovent
200-C
200-W
300-C
X
—
Voor het compenseren van systematische meetfouten
kan voor de buitenluchttemperatuursensor een posi-
tieve of negatieve correctiewaarde (offset) ingesteld
worden.
7D77 Sensorcompensatie toevoerluchttemperatuur
Vitovent
200-C
200-W
300-C
X
—
Voor het compenseren van systematische meetfouten
kan voor de toevoerluchttemperatuursensor een posi-
tieve of negatieve correctiewaarde (offset) ingesteld
worden.
7D79 Sensorcompensatie afvoerluchttemperatuur
Vitovent
200-C
200-W
300-C
X
—
300-F
300-W
—
—
—
300-F
300-W
—
—
—
300-F
300-W
—
—
—
300-F
300-W
—
—
—
300-F
300-W
—
—
—
Parametergroep ventilatie
!
≙
Instelwaarde 1
0,01 V
!
Advies:
"Uitschakelwerking" voor het ventilatietoestel instel-
len. Na enige tijd de temperatuurwaarden van alle tem-
peratuursensoren onder elkaar en/of met een referen-
tietemperatuur vergelijken. Voor afwijkende tempera-
tuursensoren een correctiewaarde instellen.
≙
Instelwaarde 1
0,1 K
Advies:
"Uitschakelwerking" voor het ventilatietoestel instel-
len. Na enige tijd de temperatuurwaarden van alle tem-
peratuursensoren onder elkaar en/of met een referen-
tietemperatuur vergelijken. Voor afwijkende tempera-
tuursensoren een correctiewaarde instellen.
≙
Instelwaarde 1
0,1 K
!
Advies:
"Uitschakelwerking" voor het ventilatietoestel instel-
len. Na enige tijd de temperatuurwaarden van alle tem-
peratuursensoren onder elkaar en/of met een referen-
tietemperatuur vergelijken. Voor afwijkende tempera-
tuursensoren een correctiewaarde instellen.
≙
Instelwaarde 1
0,1 K
!
Voor het compenseren van systematische meetfouten
kan voor de afvoerluchttemperatuursensor een posi-
tieve of negatieve correctiewaarde (offset) ingesteld
worden.
!
279