Overzicht van de meldingen
CA Veiligheidsinr. primair
Compressor schakelt uit.
Oorzaak
: Drukbewaker of vorstbeveiligingsthermostaat pri-
■
mair circuit zijn geactiveerd.
: Spanningsvoeding ventilator foutief
■
: Ventilator blokkeert of defect
■
Dauwpuntsensor is geactiveerd.
■
CB Aanvoertemp. primair
Compressor schakelt zich uit.
Oorzaak
Min. primaire temperatuur (grondmedium-/luchtinlaat)
te laag.
CC Codeerstekker
Warmtepomp komt niet in werking.
Oorzaak
Codeerstekker kan niet worden gelezen.
CF Communicatiemodule
Geen communicatie via LON.
Oorzaak
Communicatiemodule LON niet ingestoken of defect.
(vervolg)
Maatregel
Veiligheidselementen aan klem X3.8 en X3.9 contro-
■
leren: Zie "rangeerprintplaat"/"Kroonsteentjes". In in-
stallaties zonder veiligheidselementen of als de
dauwpuntsensor 24 V aan F11 wordt gebruikt, brug
tussen X3.9/X3.8 controleren.
Als volgende dauwpuntsensoren voor koeling ge-
■
bruikt worden, brug aan stekker F11 controleren:
–
Dauwpuntsensor 230 V~, aansluiting op X3.8/X3.9
–
Dauwpuntsensor 24 V , aansluiting op NC-Box
: Primair circuit controleren. Primaire pomp en/of
■
bronpomp controleren. Eventueel pomp vervangen.
: Elektrische aansluitingen aan de ventilator contro-
■
leren. Ventilator mechanisch controleren.
Het schakelsignaal kan op de aansluiting 215.3 worden
gemeten: zie "basisprintplaat".
0 V
230 V~ Geen storing
Maatregel
: Primair circuit op doorstroming controleren.
■
: Buitentemperatuur buiten de toepassingsgrenzen,
■
geen maatregel nodig.
Maatregel
Codeerstekker controleren:
■
Warmtepomp uitschakelen en controleren of codeer-
stekker correct is aangesloten, evt. opnieuw aanslui-
ten.
Indien controle zonder succes, codeerstekker vervan-
gen.
Regelaar- en sensorprintplaat controleren, evt. ver-
■
vangen.
Maatregel
Componenten evt. in de volgende volgorde vervangen:
Communicatiemodule LON.
■
Regelaar- en sensorprintplaat.
■
Storingen oplossen
Storing
109