Parametergroep ventilatie
C1A2 Onevenwicht toegelaten
Waar-
Betekenis
de
"0"
Voor de vorstbescherming worden toevoer-
■
lucht- en afvoerluchtdebiet gereduceerd.
Ter bescherming tegen te hoge temperatu-
■
ren worden beide ventilatoren uitgescha-
keld.
Alleen Vitovent 300-C/300-W:
■
Geen verhoging of verlaging van het toe-
voerluchtdebiet in vergelijking met het af-
voerluchtdebiet: Toevoerlucht- en afvoer-
luchtdebiet aan het ventilatietoestel zijn al-
tijd gelijk.
"1"
Voor de vorstbescherming wordt alleen het
■
toevoerluchtdebiet gereduceerd.
Ter bescherming tegen te hoge temperatu-
■
ren wordt alleen de toevoerluchtventilator
uitgeschakeld.
Alleen Vitovent 300-C/300-W:
■
Toevoerluchtdebiet kan in vergelijking met
het afvoerluchtdebiet met "Vastgelegd on-
evenwicht C1A3" verhoogd of verlaagd
worden.
C1A3 Vastgelegd onevenwicht
Vitovent
200-C
200-W
300-C
—
—
Op basis van de voorwaarden in het gebouw kan zich
een ongewild debietverschil tussen de toevoerlucht- en
afvoerluchtzijde (disbalance) voordoen, bijvoorbeeld
door verschillende lengtes van de leidingsystemen bui-
tenlucht/toevoerlucht en afvoerlucht/uitlaatlucht.
Om een onevenwicht te compenseren, kan met "Vast-
gelegd onevenwicht C1A3" het toevoerluchtdebiet
tegenover het afvoerluchtdebiet aan het ventilatietoe-
stel verhoogd of verlaagd worden.
Voorwaarde: "Onevenwicht toegelaten C1A2"
op "1"
C1A4 Gewenste temperatuur naverwarmregister
Vitovent
200-C
200-W
300-C
X
—
286
!
(vervolg)
!
300-F
300-W
X
X
—
300-F
300-W
X
X
—
Waar-
Betekenis
de
"
100"
Bij overdruk in het gebouw: Toevoerluchtde-
–
tot
biet wordt met de ingestelde waarde ver-
"
1"
laagd.
–
"0"
Toevoerluchtdebiet en afvoerluchtdebiet zijn
gelijk.
"1"
Bij onderdruk in het gebouw: Toevoerluchtde-
tot "10
biet wordt met de ingestelde waarde ver-
0"
hoogd.
3
Instelwaarde in m
/uur
!
Niet verstellen!