Onderhoud
●
Hou handen, haar en kleren uit de buurt
van het vliegwiel en andere draaiende
onderdelen als de motor draait.
DCM00490
Die procedure moet worden uitgevoerd
terwijl de buitenboordmotor in het water
steekt. Er kan gebruik worden gemaakt
van een doorspoelaansluiting of een test-
tank.
Als de boot niet is uitgerust met een toeren-
teller voor de buitenboordmotor, dient u een
diagnosetoerenteller te gebruiken voor deze
procedure. De resultaten kunnen variëren
naargelang van de manier waarop de test
wordt uitgevoerd: met de doorspoelaanslui-
ting, in een testtank of met de buitenboord-
motor in het water.
1.
Start de motor en laat hem volledig
warmdraaien in neutraal tot hij soepel
draait.
2.
Zodra de motor warm is, controleert u of
het vrijlooptoerental overeenkomt met
de specificaties. Voor de specificaties in
verband met het vrijlooptoerental, zie pa-
gina 8. Raadpleeg een Yamaha-dealer
of een andere gekwalificeerde mecani-
cien als u moeilijkheden ondervindt bij
het controleren van het vrijlooptoerental
of als het vrijlooptoerental moet worden
afgesteld.
DMU30228
Motorolie verversen
Ververs de motorolie een aantal minuten na-
dat de motor werd uitgeschakeld, zodat de
olie nog warm is maar niet heet.
46
DWM01950
Zorg ervoor dat de buitenboordmotor ste-
vig aan de spiegel of een stabiel statief is
vastgemaakt.
DCM01710
Ververs de motorolie na de eerste 20 be-
drijfsuren of na 3 maanden, en daarna om
de 100 bedrijfsuren of om het jaar. Anders
zal de motor snel verslijten.
1.
Zet de buitenboordmotor rechtop (niet
gekanteld). OPGELET:
motor niet waterpas staat, is het op de
peilstok aangegeven oliepeil mogelijk
niet accuraat.
2.
Houd een geschikte opvangbak klaar die
meer olie kan bevatten dan de totale
hoeveelheid motorolie in de motor. Draai
de aftapplug los en verwijder hem en
houd tegelijkertijd de opvangbak onder
het aftapgat. Neem vervolgens de olie-
vuldop af. Laat de olie helemaal uit de
motor lopen. Veeg eventueel gemorste
olie onmiddellijk op.
Wanneer de
[DCM01860]