Coderingen
Codering 1
(vervolg)
Codering in uitlevertoestand
Inschakeltemperatuur gewenste systeemtemperatuur
D3:-10
Inschakeltemperatuur van de extra
warmtegenerator. Voorwaarde
voor het inschakelen: Gewenste
systeemtemperatuur > buffertem-
peratuur - ingestelde waarde (hier:
10 K)
Looptijd minimaal
D4:5
Minimale looptijd van de extra
warmtegenerator 5 min
Pauzetijd minimaal
D5:5
Minimale pauzetijd van de extra
warmtegenerator 5 min
Onvertraagd inschakelen systeemtemp. Gewenst
D6:-20
Onvertraagd inschakelen van de
extra warmtegenerator. Voorwaar-
de: Gewenste systeemtemperatuur
> buffertemperatuur - ingestelde
waarde (hier: 20 K)
Parallelle werking
D7:1
Parallelle werking van de beide
warmtegenerators is mogelijk.
Opmerking
Parallelle werking alleen mogelijk
als de extra warmtegenerator een
CV-pomp heeft.
Codering 2
Codering 2 oproepen
Opmerking
Op codeerniveau 2 zijn alle coderingen bereikbaar,
■
ook de coderingen van codeerniveau 1.
■
Coderingen die door de uitvoering van de verwar-
mingsinstallatie of instelling van andere coderingen
niet relevant zijn, worden niet getoond.
De volgende toetsen indrukken:
1.
ca. 4 s gelijktijdig
+
Het menu "Service" verschijnt.
2.
+
ca. 4 s gelijktijdig
In het menu "Service" verschijnt "Code-
ring 2".
74
Mogelijke omstelling
D3:-100
Instelbare waarde in K
tot
D3:-1
D4:0
Instelbare waarde in min
tot
D4:250
D5:0
Instelbare waarde in min
tot
D5:250
D6:-100
Instelbare waarde in K
tot
D6:0
D7:0
Parallelle werking van de beide ver-
warmingsketels is niet mogelijk.
3.
/
voor "Codering 2".
|
~
4.
ter bevestiging.
d
5.
/
voor gewenste codeeradres.
|
~
6.
ter bevestiging.
d
7.
/
voor gewenste waarde.
|
~
8.
ter bevestiging.
d
Op het display verschijnt kort "Overgeno-
men".
9.
Servicemenu verlaten
ä