Veiligheidsvoorschriften
Veiligheidsinstructies
Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig
op ter voorkoming van lichamelijk letsel en
materiële schade.
Toelichting bij veiligheidsvoorschriften
Gevaar
Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel.
!
Opgelet
Dit teken waarschuwt voor materiële schade en
schade aan het milieu.
Opmerking
Gegevens met het woord "Opmerking" bevatten aan-
vullende informatie.
Doelgroep
Deze handleiding is uitsluitend bedoeld voor erkende
installateurs.
■
Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elek-
tromonteurs worden uitgevoerd.
■
De eerste inbedrijfstelling moet door de fabrikant van
de installatie of een door de fabrikant aangewezen
vakman worden uitgevoerd.
Voorschriften
Respecteer bij de werkzaamheden
de nationale installatievoorschriften,
■
■
de ARBO voorschriften,
■
de wettelijke voorschriften inzake
milieubescherming.
EN, NEN, VEWIN voorschriften, het bouwbesluit en
■
eventuele lokale voorschriften.
Veiligheidsinstructies voor werkzaamheden aan de
installatie
Werkzaamheden aan de installatie
■
Installatie spanningsvrij schakelen (bijv. met de
afzonderlijke zekering of een hoofdschakelaar) en op
aanwezige spanning controleren.
Installatie tegen opnieuw inschakelen beveiligen.
■
Gevaar
Hete oppervlakken kunnen brandwonden ver-
oorzaken.
Het toestel voor onderhouds- en servicewerk-
■
zaamheden uitschakelen en laten afkoelen.
■
Hete oppervlakken aan de verwarmingsketel,
de brander, het rookgassysteem en de buizen
niet aanraken.
2
!
Opgelet
Door elektrostatische ontlading kunnen elektro-
nische modules worden beschadigd.
Voor de werkzaamheden geaarde objecten, bijv.
verwarmings- of waterbuizen, aanraken om de
statische lading af te leiden.
Reparatiewerkzaamheden
!
Opgelet
De reparatie van onderdelen met een veilig-
heidstechnische functie brengt de veilige wer-
king van de installatie in gevaar.
Defecte onderdelen moeten door originele
onderdelen van Viessmann worden vervangen.
Extra componenten, reserveonderdelen en slij-
tende onderdelen
!
Opgelet
Reserveonderdelen en slijtende onderdelen die
niet met de installatie zijn getest, kunnen de
werking nadelig beïnvloeden. De montage van
componenten die niet zijn toegestaan, evenals
wijziging en ombouw zonder toestemming kun-
nen de veilige werking nadelig beïnvloeden en
de garantie beperken.
Bij vervanging uitsluitend originele onderdelen
van Viessmann of door Viessmann goedge-
keurde onderdelen gebruiken.
Veiligheidsinstructies voor de werking van de
installatie
Wat te doen bij een rookgasgeur
Gevaar
Rookgas kan levensbedreigende vergiftiging
veroorzaken.
■
Verwarmingsinstallatie buiten bedrijf stellen.
Installatieplaats ventileren.
■
Deuren naar woonruimtes sluiten om een ver-
■
spreiding van het rookgas te voorkomen.
Wat te doen bij wateruittrede uit het toestel
Gevaar
Als water uit het toestel komt, bestaat gevaar
voor elektrische schokken.
Verwarmingsinstallatie aan de externe schei-
dingsinrichting uitschakelen (bijv. zekeringskast,
stroomverdeling)
Rookgasinstallaties en verbrandingslucht
Zorg ervoor dat rookgasinstallaties vrij zijn en niet
gesloten kunnen worden, bijv. door opgehoopt con-
denswater of invloeden van buiten uit. Zorg voor vol-
doende aanvoer van verbrandingslucht.