Emissie meten
1. Warmteopname garanderen.
Modulerende verwarmingswerking wordt vermeden.
2. Verwarmingsketel starten.
3. In het basismenu: "Testwerking" activeren.
Op het display verschijnt "Voorbereiding". De
ketel verwarmt tot de lastwerking.
Van zodra een constante verwarmingswerking
bereikt is, verschijnt "Meting actief".
4. Emissiemeting uitvoeren.
Opmerking
De duur van de meting kan in het menu "Testwer-
king" ingesteld worden.
Instrueren van de installatiegebruiker
Bedienings- en servicedocumenten
Alle onderdelenlijsten, bedienings- en servicehandlei-
dingen in de ordner leggen en aan de beheerder van
de installatie overhandigen.
Instructie van de installatiegebruiker
De installateur moet de gebruiker van de installatie
over de bediening instrueren en de reinigingsborstel
overhandigen.
Opmerking
De installatiegebruiker moet de instructies door een
handtekening bevestigen.
(vervolg)
5. "Beëindigen" selecteren.
Naar het menupunt "Testwerking":
■
■
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
Opmerking
Na de meetduur of na het bereiken van de maxi-
mumtemperatuur wordt de meetwerking automa-
tisch beëindigd.
De verwarmingsketel gaat over naar regelwerking.
"Informatie": Weergave van temperaturen, O
waarde enz.
"Meetduur": Tijd instellen en met "OK" bevestigen.
Meetduur begint opnieuw. Bij de ketelstart is de
meetduur op 60 min ingesteld.
-
2
61