Advertenties
Codering 1
(vervolg)
Buffer
Coderingen
Codering in uitlevertoestand
Max. gewenste temperatuur buffer
34:85
Max. gemiddelde temperatuur van
de verwarmingswaterbuffer van
85 °C (bovengrens regelbereik)
Min. gewenste temperatuur buffer
35:60
Min. gewenste temperatuur van de
verwarmingswaterbuffer van 60 °C
(ondergrens regelbereik)
Bufferlading tot sensor
36:3
De verwarmingsketel laadt de ver-
warmingswaterbuffer tot de derde
buffertemperatuursensor.
Bufferlading tot temperatuur
37:70
De verwarmingsketel laadt de ver-
warmingswaterbuffer tot de tempe-
ratuur van 70 °C op de ingestelde
sensor (codering "36:1-5", groep
buffer) bereikt wordt.
Ketelstart sensor
39:1
Als de gewenste systeemtempera-
tuur op de eerste buffertempera-
tuursensor niet bereikt wordt, start
de verwarmingsketel.
Mogelijke omstelling
34:30
Instelbereik in °C
tot
34:100
35:30
Instelbereik in °C
tot
35:100
36:1
De verwarmingsketel laadt de ver-
warmingswaterbuffer tot de eerste
buffertemperatuursensor (boven).
36:2
De verwarmingsketel laadt de ver-
warmingswaterbuffer tot de tweede
buffertemperatuursensor.
36:4
De verwarmingsketel laadt de ver-
warmingswaterbuffer tot de vierde
buffertemperatuursensor.
36:5
De verwarmingsketel laadt de ver-
warmingswaterbuffer tot de vijfde
buffertemperatuursensor.
37:30
Instelbereik in °C
tot
37:100
39:2
Als de gewenste systeemtempera-
tuur op de tweede buffertempera-
tuursensor (boven) niet bereikt
wordt, start de verwarmingsketel.
39:3
Als de gewenste systeemtempera-
tuur op de derde buffertemperatuur-
sensor niet bereikt wordt, start de
verwarmingsketel.
39:4
Als de gewenste systeemtempera-
tuur op de vierde buffertemperatuur-
sensor niet bereikt wordt, start de
verwarmingsketel.
39:5
Als de gewenste systeemtempera-
tuur op de vijfde buffertemperatuur-
sensor niet bereikt wordt, start de
verwarmingsketel.
Coderingen
71
Advertenties
