Riemkoppeling Afstellen; Onderhoud Aan De Voorste Lagerbussen In De Zwenkwielarmen - Toro GROUNDSMASTER 455-D Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor GROUNDSMASTER 455-D:
- Gebruikershandleiding (32 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (35 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
9.
Til de voorkant van de versnellingsbaksteun op en
verwijder de oude riem van de
versnellingsbakpoelie en de andere poelies.
10. Leid de nieuwe riem rond hierboven genoemde
poelies zoals wordt getoond in figuur 76.
Riemschema
11. Monteer de versnellingsbaksteun in de gleuven in
het maaidek met de tapbouten en de moeren die u
eerder hebt verwijderd.
12. Plaats de kap van de aandrijfas weer op de
versnellingsbaksteun met de (4) flenskopschroeven
die u eerder hebt verwijderd.
13. Monteer de koppelingsstang aan het maaidek met
een pen en sluit de connector van de koppeling aan
op de kabelboom.
14. Houd de stelschroef van de spanpoelie in zijn
positie en verwijder voorzichtig de tapbout
waarmee de stelbuis van de spanpoelie is bevestigd
aan de huls van de buis. Laat de spanpoelie
vrijkomen zodat de riem wordt gespannen.
15. Controleer de afstelling van de spanpoelie, zie
Riemspanning afstellen.
16. Plaats de drijfriemkappen terug.
Riemkoppeling afstellen
De koppelingen van het maaidek kunnen worden
afgesteld om correct te kunnen schakelen en de messen
te kunnen remmen. Controleer de koppeling na de
eerste 50 bedrijfsuren en daarna om de 200
bedrijfsuren. Stel de koppeling af indien dit nodig is.
1.
Om de koppeling af te stellen, moet u de
borgmoeren op de flensbouten vast- of losdraaien.
2.
Controleer de afstelling door een voelermaat in de
gleuven naast de flensbouten te steken.
Figuur 76
(Fig. 77)
3.
Als het koppelingspedaal is ingedrukt, moet de
afstand tussen de koppelingsplaten 0,2–0,3 mm
zijn. U moet deze afstand controleren bij alle drie
gleuven om er voor te zorgen dat de
koppelingsplaten evenwijdig ten opzichte van
elkaar staan.
1. Koppeling
2. Flensbouten
Onderhoud aan de voorste
lagerbussen in de
zwenkwielarmen
In de boven- en onderkant van de buis in de
zwenkwielarmen zitten lagerbussen gedrukt die na vele
bedrijfsuren zullen slijten. Om de lagerbussen te
controleren, moet u de zwenkwielvork van voor naar
achter en van links naar rechts bewegen. Als de
zwenkwielas los in de lagerbussen zit, zijn de
lagerbussen versleten en moeten deze worden
vervangen.
1.
Hef de maaieenheid op zodat de wielen vrijkomen
van de grond en zet deze vast zodat deze niet per
ongeluk naar beneden vallen.
2.
Verwijder het klemkapje en afstandsblok(ken) van
de bovenkant van de zwenkwielas.
3.
Trek de zwenkwielas uit de buis waarin deze is
bevestigd. Laat de afstandsblokken onder op de as
zitten.
4.
Sla een drevel in de boven- of onderkant van de
bevestigingsbuis en tik de lagerbus uit de buis. Tik
ook de andere lagerbus uit de buis. Reinig de
binnenkant van de buizen om eventueel vuil te
verwijderen.
5.
Smeer vet aan de binnen- en buitenkant van de
nieuwe lagerbussen. Druk de lagerbussen in de
bevestingsbuis met behulp van een hamer en een
vlakke plaat.
45
Figuur 77
(Fig. 78)
Advertenties
Inhoudsopgave
