Geavanceerde
1
verzendfuncties
Geavanceerde
kopieerfuncties
2
Netwerk
3
Gebruikersinter-
face op afstand
4
Systeemmonitor
5
Instellingen sys-
teembeheerder
6
Rapporten
en lijsten
7
Problemen
oplossen
8
Bijlage
9
Inhoudsopgave
Index
17.
Druk op [
] of [
] om het
bestandsformaat (<PDF>, <TIFF (B&W)>
(TIFF (Z/W), <PDF (COMPACT)>, of <JPEG>)
te selecteren en druk vervolgens op [OK].
<PDF>,<TIFF (B&W)> (TIFF Z/W): selectie om afbeeldingen te
versturen in zwart/wit.
<PDF (COMPACT)>, <JPEG>: selectie om kleurenafbeeldingen
te versturen.
18.
Controleer of <DIVIDE INTO PAGES>
(Verdeel in pagina's) wordt weergegeven
en druk vervolgens op [OK].
19.
Druk op [
] of [
] om <ON> (Aan) of
<OFF> (Uit) te selecteren en druk vervolgens
op [OK].
<OFF> (uit): Hiermee verzendt u meerdere afbeeldingen als
een enkel bestand zonder deze op te splitsen.
<ON> (Aan): Hiermee scheidt u meerdere afbeeldingen om
deze te verzenden als afzonderlijke bestanden.
OPMERKING
Indien u <JPEG> hebt geselecteerd als bestandsformaat
in stap 17, worden meerdere afbeeldingen verstuurd als
afzonderlijke bestanden, ook al hebt u <DIVIDE INTO
PAGES> (Verdeel in pagina's) ingesteld op <OFF> (Uit).
20.
Controleer of <IMAGEQUALITY> (Beeldkwaliteit)
wordt weergegeven en druk op [OK].
Terug
Vorige
21.
Druk op [
] of [
] om de resolutie te
selecteren en druk op [OK].
U kunt kiezen uit <200 x 200 dpi>, <200 x 400 dpi>,
<300 x 300 dpi>, <400 x 400 dpi>, <600 x 600 dpi>,
<100 x 100 dpi>, <150 x 150 dpi>, <200 x 100 dpi>
OPMERKING
– Als u kleurenafbeeldingen wenst te verzenden in <PDF
(COMPACT)>-formaat, selecteer dan <300 x 300 dpi>.
Zoniet wordt de afbeelding verzonden in zwart/wit.
– Als u kleurenafbeeldingen wenst te verzenden in <JPEG>-
formaat, selecteer dan <100 x 100 dpi>, <150 x 150 dpi>,
<200 x 200 dpi> of <300 x 300 dpi>. Zoniet wordt de
afbeelding verzonden in zwart/wit.
– Als u <PDF> of <TIFF> hebt geselecteerd als
bestandsformaat in stap 17 en <100 x 100 dpi> of
<600 x 600 dpi> als resolutie, wordt de afbeelding
verstuurd met een resolutie <200 x 200 dpi>.
22.
Controleer of <ORIGINAL TYPE>
(Origineel type) wordt weergegeven en druk
vervolgens op [OK].
BOVEN
Volgende
1-32