Geavanceerde
1
verzendfuncties
Geavanceerde
kopieerfuncties
2
Netwerk
3
Gebruikersinter-
face op afstand
4
Systeemmonitor
5
Instellingen sys-
teembeheerder
6
Rapporten
en lijsten
7
Problemen
oplossen
8
Bijlage
9
Inhoudsopgave
Index
15.
Druk op [
] of [
] om de resolutie
te selecteren en druk op [OK].
U kunt kiezen uit <200 x 200 dpi>, <200 x 400 dpi>,
<300 x 300 dpi>, <400 x 400 dpi>, <600 x 600 dpi>,
<100 x 100 dpi>, <150 x 150 dpi>, <200 x 100 dpi>
OPMERKING
– Als u een e-mailadres registreert, gaat u verder met:
– Als u kleurenafbeeldingen wenst te verzenden in <PDF
(COMPACT)>-formaat, selecteer dan <300 x 300 dpi>.
Zoniet wordt de afbeelding verzonden in zwart/wit.
– Als u kleurenafbeeldingen wenst te verzenden in <JPEG>-
formaat, selecteer dan <100 x 100 dpi>, <150 x 150 dpi>,
<200 x 200 dpi> of <300 x 300 dpi>. Zoniet wordt de
afbeelding verzonden in zwart/wit.
– Als u <PDF> of <TIFF> hebt geselecteerd als
bestandsformaat in stap 11 en <100 x 100 dpi> of
<600 x 600 dpi> als resolutie, wordt de afbeelding
verstuurd met een resolutie <200 x 200 dpi>.
– Als u een I-faxadres registreert, wordt de afbeelding
verzonden in <200 x 200 dpi> ook wanneer u <200 x 400
dpi>, <300 x 300 dpi>, <400 x 400 dpi>, <600 x 600 dpi>,
<100 x 100 dpi>, <150 x 150 dpi>, selecteert.
16.
Controleer of <ORIGINAL TYPE>
(Origineel type) wordt weergegeven
en druk vervolgens op [OK].
Terug
Vorige
17.
Druk op [
] of [
] om het
oorspronkelijke type <TEXT/PHOTO>
(Tekst/foto), <TEXT> (Tekst) of <PHOTO>
(Foto) te selecteren en druk vervolgens
op [OK].
OPMERKING
Als u <PDF (COMPACT)> hebt geselecteerd als
bestandsformaat in stap 11, wordt het oorspronkelijke type
automatisch ingesteld op <TEXT/PHOTO> (Tekst/foto).
Ga verder met stap 18.
18.
Druk op [Stop] om terug te keren naar de
stand-bymodus.
Een bestandsserveradres registreren
1.
Druk op [Additional Functions] (Extra functies).
2.
Druk op [
] of [
] om <ADDRESS BOOK
SET.> (Adresboekinst.) te selecteren en druk
vervolgens op [OK].
3.
Druk op [
] of [
] om <FAVORITES
BUTTONS> (Favorietentoetsen) te selecteren,
en vervolgens op [OK].
4.
Druk op [
] of [
] om een sneltoets
(van 01 tot 04) te selecteren en druk
vervolgens op [OK].
BOVEN
Volgende
1-30