Geavanceerde
1
verzendfuncties
Geavanceerde
kopieerfuncties
2
Netwerk
3
Gebruikersinter-
face op afstand
4
Systeemmonitor
5
Instellingen sys-
teembeheerder
6
Rapporten
en lijsten
7
Problemen
oplossen
8
Bijlage
9
Inhoudsopgave
Index
6.
Druk op [
] of [
] om <SYSTEM
PASSWORD> (Systeemwachtwoord.) te
selecteren, en druk vervolgens op [OK].
7.
Voer met de numerieke toetsen een cijfer
in en druk dan op [OK].
8.
Druk op [
] of [
] om <SYSTEM
MANAGER> (Systeembeheerder) te
selecteren, en druk vervolgens op [OK].
9.
Voer met de numerieke toetsen de naam
van de systeembeheerder naam in en
druk dan op [OK].
10.
Druk op [Stop] om terug te keren naar
de stand-bymodus.
BOVEN
Terug
Vorige
Volgende
6-3