§4.5 D
OPADVIES
Van hoofdscherm 1 wordt door 3x op de pijltjestoets
beeldscherm "Dopadvies" (zie afbeelding pagina 26).
Hier moeten de volgende zaken worden ingevoerd:
1. Doptype (b.v. XR 110 of AI 110)
2. Gewenst spuitvolume in l/ha
3. Gewenste rijsnelheid
4. Druppelgrootte (alleen mogelijk als het doptype een druppelspectrum ondersteunt)
Na het invoeren van deze gegevens verschijnt op het display een advies. Dit advies omvat
de dopgrootte en -kleur, de noodzakelijke dopuitstoot l/min en de hiervoor benodigde
spuitdruk in bar.
Is de geadviseerde dopgrootte op dat moment niet beschikbaar, dan moet ofwel de
rijsnelheid worden gewijzigd ofwel een dop worden gebruikt die qua eigenschappen het
meest lijkt op het geadviseerde type.
Druk voor het invoeren op de OK - toets, het doptype knippert.
-
Voer met behulp van de pijltjestoetsen
-
met de OK - toets; het spuitvolume knippert.
Voer op dezelfde manier het gewenste spuitvolume l/ha, de rijsnelheid km/h en de
-
druppelgrootte (alleen mogelijk als doptype druppelspectrum ondersteunt) in en bevestig
met de OK - toets.
In ons voorbeeld stelt het systeem 2 oplossingen voor, die afwisselend (met pieptoon) op
het display verschijnen:
Kan met de ingevoerde dop, bij gewenst spuitvolume, rijsnelheid en druppelgrootte, het
toelaatbare drukbereik van de dop niet worden aangehouden, dan worden noch de druk
noch het doptype weergegeven, maar verschijnen er slechts kruizen:
Schakel, nadat u de geadviseerde oplossingen hebt genoteerd, over op
hoofdscherm 2 (zie pagina 30) en voer daar de geadviseerde dop en eventueel de door u
gekozen druppelgrootte in.
De computer is nu in staat om u te waarschuwen als het toelaatbare drukbereik van de dop
(of eventueel de door u gekozen "druppelgrootte") wordt overschreden.
36
Flowmate Control FMC
te drukken overgeschakeld op het
of
het gewenste doptype in en bevestig
BEDIENINGSHANDLEIDING