§4.2.2 Dop en druppelgrootte instellen
XR110
Als hier het gebruikte doptype / de gebruikte dopgrootte en de gewenste druppelgrootte
04
worden ingevoerd, kan de computer de gebruiker waarschuwen als het toelaatbare
werkgebied van de dop wordt overschreden.
Druk voor het invoeren van het doptype 2 keer op de OK - toets, zodat de
-
dopaanduiding knippert.
Selecteer door op
-
de OK - toets; de volgende parameter (druppelgrootte) knippert.
Selecteer door op
-
de OK - toets; de volgende parameter (geleverde hoeveelheid) knippert.
Er kan gekozen worden tussen max. 4 verschillende doppen, die in het Instellingsmenu
(SETUP FUNCTIONS) moeten worden voorgeprogrammeerd.
Voor het kiezen van de druppelgrootte bestaan de volgende mogelijkheden:
Als het geselecteerde doptype geen druppelspectrum ondersteunt, zoals bij de
injectordoppen, verschijnt op het display een kruis. In dat geval is er geen
instelmogelijkheid voor de druppelgrootte.
Opmerking: De waarschuwingsmeldingen met betrekking tot drukbereik en
De computer kan ook voorstellen doen voor het kiezen van de passende dopgrootte. (zie
paragraaf "Dopadvies")
30
Flowmate Control FMC
of
te drukken doptype/-grootte en bevestig met behulp van
of
te drukken de druppelgrootte en bevestig met behulp van
zeer fijn
fijn
middel
groot
zeer groot
druppelgrootte hebben geen invloed op de automatische
spuitvolumeregeling.
maximaal toelaatbare druk bereikt
minimaal toelaatbare druk bereikt
druppel te groot / te klein
BEDIENINGSHANDLEIDING