Samenvatting van Inhoud voor Kverneland Rau Flowmaster FMA/SMC
Pagina 1
Flowmaster FMA/SMC Gebruikshandleiding Article number: 70050321 /3 Production year: 2006 Effective: 1001 ≥Mach ID Prod. Series nr:...
Pagina 3
OVEREENKOMSTIGHEIDSVERKLARING volgens EG-richtlijn 98/37/EG Wij, Kverneland Nieuw-Vennep B.V. Hoofdweg 1278 NL-2153 LR Nieuw-Vennep verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat het product Spuitcomputer Flowmaster FMA met SMC waarop deze verklaring betrekking heeft, in overeenstemming is met de volgende normen of normatieve documenten:...
Kverneland is niet aansprakelijk voor schade en storingen ontstaan door gebruik van de machine anders dan in het instructieboek omschreven. Als u de spuit in bedrijf laat stellen door een erkende Kverneland-dealer leert u de machine makkelijker kennen en gebruiken.
Inleiding 6. De koper dient verkoper na overleg voldoende tijd en gelegenheid te bieden voor uitvoering van alle door verkoper redelijkerwijs noodzakelijk geachte herstelmaatregelen en vervangende leveringen. De verkoper zal anders niet langer gebonden zijn aan zijn garantieverplichting. De koper is uitsluitend ingeval van acuut gevaar voor de veiligheid alsmede ter voorkoming van buitenproportionele schade, in welke gevallen de koper hiervan onmiddellijk melding dient te maken aan de verkoper, gerechtigd het gebrek te verhelpen of te doen verhelpen en tot vergoeding van de noodzakelijkerwijs gemaakte kosten door de verkoper.
Inleiding §1.4 G EBRUIKSDOEL VAN DE MACHINE 1. De spuitcomputer Flowmaster FMA (optioneel met SMC) is uitsluitend ontworpen voor normaal gebruik bij landbouwwerkzaamheden (bedoeld gebruik). 2. Bij elke andere toepassing is sprake van oneigenlijk gebruik. De fabrikant is niet aansprakelijk voor hieruit voortvloeiende schade;...
Wordt de snelheid niet op de spuit (getrokken spuit), maar via de trekker gemeten, dan wordt de snelheidssensor resp. de adapterkabel voor het overnemen van het snelheidssignaal van de trekkerelektronica op de Retro fit box aangesloten. Hiervoor is echter een speciale adapter nodig. Neem in dat geval contact op met de Kverneland klantenservice! BEDIENINGSHANDLEIDING...
Pagina 11
Systeemoverzicht en montage Flowmaster FMA SMC - box START STOP SHC- AUTO voedingskabel ISO - verbindingskabel verbindingskabel SMC - FMA Retro fit box Tellus verdeel- Virtual Terminal trekboom-/ fuseesturing autoset START STOP jobcomputer AUTO Switchbox secties/hydraulica Flowmaster FMA + SMC...
Flowmaster FMA + SMC §2.3 M ONTAGE Monteer de bedieningseenheid (fig. 1) met het bijgevoegde montagemateriaal (fig. 2) in de trekkercabine. Let erop dat deze zich binnen handbereik en in het zicht van de chauffeur bevindt. De stuurkabel voor de spuitmachine die naar de Retro fit box leidt, wordt in de linker contactdoos (1) aan de achterkant van de bedieningseenheid ingestoken en vervolgens vastgeschroefd (fig.
Pagina 13
Systeemoverzicht en montage Fig. 1 Fig. 2 30 A zekering 4,5 m + pool bruin blauw - pool 25 cm Fig. 3 Flowmaster FMA + SMC...
Flowmaster FMA + SMC §2.3.2 Montage van de snelheidssensor Als voor de snelheidsmeting een sensor met wielring wordt gebruikt, moet deze indien mogelijk aan een niet-aangedreven wiel worden aangebracht. Bij het gebruik van een aanbouwapparaat worden de onderdelen aan de binnenzijde van het rechter voorwiel van de trekker gemonteerd. Wordt een aanhangapparaat met spuitcomputer besteld, dan zijn de snelheidssensor en de wielring reeds af fabriek gemonteerd.
Pagina 15
Systeemoverzicht en montage Fig. 4 Fig. 5 Flowmaster FMA + SMC...
Pagina 16
Flowmaster FMA + SMC Sensor monteren • De snelheidssensor (10) moet zodanig worden gemonteerd dat deze zich zo dicht mogelijk bij de wielring (6) bevindt. Getrokken spuiten beschikken hiertoe over een eigen houder op de as van de spuit. Bij het gebruik van een aanbouwspuit moet de houder voor de snelheidssensor in het buitenste deel van de vooras van de trekker worden gemonteerd, en wel zo dat deze bij het sturen meedraait (fig.
Pagina 17
Systeemoverzicht en montage Fig. 7 Fig. 6 Fig. 8 Fig. 9 Flowmaster FMA + SMC...
Flowmaster FMA + SMC H3 Bedieningseenheid FMA De bedieningseenheid van de Flowmaster FMA omvat een elektrische afstandsbediening voor de spuitfuncties (schakelaarveld A) en de hydraulische functies (schakelaarveld B). In het bovenste deel C is het toetsenbord en display voor bediening en bewaking van de spuitcomputer ondergebracht (fig.
Bedieningseenheid Schakelaars voor kantdoppen Deze beide schakelaars kunnen voor het schakelen van kantdoppen worden gebruikt. Hierbij zijn er twee mogelijkheden: Kantdop voor exacte veldrandbespuiting: In dit geval wordt tussen buitenste dop en kantdop (met kleinere spuithoek naar buiten) omgeschakeld. De werkbreedte verandert niet. Kantdop ter vergroting van de werkbreedte aan de veldrand: In dit geval wordt de kantdop (met grotere spuithoek naar buiten) extra ingezet om de spuitbreedte aan de veldrand te vergroten.
Flowmaster FMA + SMC §3.2 H YDRAULISCHE FUNCTIES In het onderste deel van de bedieningseenheid (schakelaarveld B) zijn de schakelaars voor de hydraulische functies van de spuitboom en de trekboom- resp. fuseesturing ondergebracht (fig. 1). Afhankelijk van het soort hydraulisch systeem op de spuitmachine zijn er twee verschillende bedieningseenheden, die uiterlijk alleen aan de schakelaars voor de hydraulische functies zijn te onderscheiden.
Pagina 21
Bedieningseenheid START STOP AUTO Fig. 1 Fig. 2 Flowmaster FMA + SMC...
Flowmaster FMA + SMC §3.2.3 Bezetting van de schakelaars De schakelaars voor de hydraulische functies zijn van symbolen voorzien en hebben de volgende functie: Hoogte-instelling van de veldspuit Hydraulische hellingcorrectie Onafhankelijke hellingcorrectie, rechts HC: Verticaal vouwen van het rechter boompakket Onafhankelijke hellingcorrectie, links HC: Verticaal vouwen van het linker boompakket Pendelvergrendeling dicht/open...
Bedieningseenheid §3.3 S PUITCOMPUTER §3.3.1 Algemeen De spuitcomputer FMA zorgt ervoor dat het spuitvolume in liters per hectare, onafhankelijk van de rijsnelheid en de werkbreedte van dat moment, steeds exact met de geprogrammeerde gewenste waarde overeenkomt. De computer berekent voortdurend aan de hand van het geprogrammeerde spuitvolume (l/ha), de actuele rijsnelheid (km/h) en de op dat moment actieve werkbreedte (m) de noodzakelijke vloeistofstroom (l/min) die naar de doppen moet worden gepompt.
Flowmaster FMA + SMC §3.3.2 Inschakelen De bedieningseenheid wordt door middel van de hoofdschakelaar (fig. 3) aan de achterkant ingeschakeld. Zet de tuimelschakelaar op pos. I om het apparaat in te schakelen. Is de spuit gemonteerd en de ISO – verbindingskabel met het systeem verbonden, dan verschijnt na het inschakelen automatisch het hoofdscherm van het spuitprogramma op het display (fig.
Pagina 25
Bedieningseenheid I = aan 0 = uit II = zonder functie Fig. 3 systeem – wissel – toets Display: hoofdscherm werkbalk 6 functietoetsen toetsenblok voor de invoer van waarden zonder functie Fig. 4 Flowmaster FMA + SMC...
Flowmaster FMA + SMC §3.3.3 Menustructuur Het programma van de Flowmaster FMA is in 3 menuniveaus gerangschikt: • hoofdmenu (voor de spuittaken) • instellingen- en servicemenu (voor de basisinstellingen) • diagnosemenu (voor het opsporen van fouten) 1. Hoofdmenu Het hoofdmenu is het menuniveau, waarin de gebruiker zich tijdens het spuiten beweegt. Dit bestaat uit het hoofdscherm voor het bewaken van de spuittaken en 5 andere beeldschermen die allemaal alleen vanuit het hoofdscherm kunnen worden geselecteerd.
Pagina 27
Bedieningseenheid vullen dopkeuze en spuitvolume instellingen- en servicemenu perceelgeheugen hoofdscherm ventielmanagement diagnosemenu Flowmaster FMA + SMC...
Flowmaster FMA + SMC §3.4 W AARDEN INVOEREN EN WIJZIGEN Het invoeren en wijzigen van waarden gebeurt op alle menu-beeldschermen op dezelfde manier. Bij het invoeren dient als volgt te werk te worden gegaan: Selecteer het gewenste menu-beeldscherm door de functietoets naast het desbetreffende symbool te kiezen.
Pagina 29
Bedieningseenheid Flowmaster FMA + SMC...
Flowmaster FMA + SMC H4 Hoofdmenu §4.1 H OOFDSCHERM Na het inschakelen van de Flowmaster bedieningseenheid verschijnt automatisch het hoofdscherm op het display. Het hoofdscherm wordt normaal gesproken tijdens het spuiten geselecteerd en dient voor het bewaken van de spuittaken. Alle voor de spuittaken belangrijke gegevens en informatie worden hier weergegeven.
Hoofdmenu §4.1.3 Resterend traject of resterend oppervlak Als na het vullen van de hoofdtank de vulhoeveelheid is ingevoerd (zie beeldscherm “vullen”, §4.6 ), dan berekent de computer voortdurend hoeveel meter resp. hectare er nog een gespoten kunnen worden, totdat de hoofdtank leeg is. Deze waarde wordt rechts naast de rijsnelheid op het display weergegeven.
Flowmaster FMA + SMC Werkt de automatische regeling van het spuitvolume met de druksensor, dan gaat het bij de weergegeven doorstroomhoeveelheid slechts om een berekende waarde. Door bepaalde oorzaken, bijvoorbeeld versleten of vervuilde doppen, kunnen er verschillen tussen de werkelijke waarde en de berekende waarde ontstaan. Let op: Wordt de druksensor voor de automatische regeling van het spuitvolume gebruikt, let er dan absoluut op dat op het beeldscherm dopkeuze en...
Hoofdmenu §4.1.7 Teruglooproerwerk Is het teruglooproerwerk ingeschakeld, dan knippert er een “Roerwerk” – symbool op het display. Wordt het roerwerk uitgeschakeld, dan verdwijnt dit symbool. §4.1.8 Werkbreedte Direct onder de spuit op het display wordt de actieve werkbreedte weergegeven. Worden sectiebreedten uitgeschakeld, dan wordt de werkbreedte dienovereenkomstig verkleind.
Flowmaster FMA + SMC §4.1.11 Positie van de hydraulische hellingcorrectie Links onder op het scherm is de positie van de hydraulische hellingcorrectie door middel van een aanduiding met wijzer weergegeven. Voorwaarde hiervoor is dat de spuitboom met een desbetreffende sensor is uitgerust. Deze aanduiding vergemakkelijkt bijvoorbeeld het vinden van de middenstand bij het invouwen (zwarte driehoekje = middenstand).
Hoofdmenu Door het “Sleutel” – symbool te kiezen verschijnt het beeldscherm Operation. Op het beeldscherm Operation kunnen tijd en datum worden ingesteld. Kies daartoe het desbetreffende invoerveld (uur, min., sec., ...enz.) met behulp van de pijltjestoetsen (de getalswaarde knippert !). Met behulp van de toetsen kan de gewenste waarde worden ingesteld.
Flowmaster FMA + SMC §4.2 E RGODRIVE Bij uitrusting met ERGODRIVE (optioneel) wordt de bediening van de spuit bij het keren op het wendakker vereenvoudigd. Is ERGODRIVE geactiveerd, dan kunnen de volgende 3 functies door het bedienen van de centrale schakelaar “Spuiten” tegelijkertijd worden geactiveerd: - Spuiten aan/uit - Spuitboom neerlaten/heffen - Trekboom-/fuseesturing handmatig/automatisch...
Hoofdmenu §4.2.1 Werkhoogte en hefhoogte bij het keren instellen Door het “Sleutel” – symbool te kiezen verschijnt het Instellingen- en servicemenu. Op het beeldscherm “Calibration”, §5.2 kunnen de beide parameters Werkhoogte en Hefhoogte van de spuitboom bij het keren voor de ERGODRIVE – functie worden ingevoerd. hefhoogte bij het keren correctiewaarde...
Flowmaster FMA + SMC §4.3 B EELDSCHERM DOPKEUZE EN SPUITVOLUME Door het “dop” – symbool te kiezen, wordt er van het hoofdscherm overgeschakeld op het beeldscherm dopkeuze en spuitvolume (zie ook pagina 27). Op dit beeldscherm wordt de gewenste waarde voor het spuitvolume l/ha en de simulatiesnelheid geprogrammeerd. Bovendien kan uit een omvangrijke lijst doppen een voorselectie van maximaal 5 doppen worden gemaakt.
Hoofdmenu §4.3.2 Druppelgrootte Bij het gebruik van XR-doppen kan behalve doptype en dopgrootte ook de gewenste druppelgrootte worden ingevoerd. In dat geval wordt de gebruiker gewaarschuwd, als de gewenste druppelgrootte niet meer kan worden aangehouden. De gewenste druppelgrootte kan direct worden ingesteld door de symbolen hiernaast te kiezen en wordt dan vervolgens ook op het hoofdscherm weergegeven.
Flowmaster FMA + SMC Het toelaatbare drukbereik van de geselecteerde dop (P en P ) wordt op het onderste deel van het display weergegeven. Wordt dit drukbereik bij het spuiten verlaten, dan krijgt de gebruiker een waarschuwingsaanwijzing (Press Low of Press High) en er klinkt een geluidssignaal. De gebruiker kan het toelaatbare drukbereik (P en P ) van de geselecteerde dop indien nodig...
Hoofdmenu §4.3.8 Meting van de doorstroomhoeveelheid corrigeren In invoerveld C is het heel eenvoudig mogelijk om de meting van de doorstroomhoeveelheid procentueel te wijzigen zonder het aantal impulsen te moeten omrekenen. (basisinstelling = 100%) De stromingsmeter is voor gebruik met water geijkt. Bij het spreiden van vloeibare mest daarentegen ontstaat op grond van de hogere viscositeit een afwijkend aantal impulsen per liter.
Flowmaster FMA + SMC §4.4 B EELDSCHERM ERCEELGEHEUGEN De Flowmaster is met een perceelgeheugen met 40 geheugenplaatsen uitgerust, zodat de gegevens, zoals gespoten oppervlak, verbruikt spuitmiddel, zuivere spuittijd, neventijd en traject voor maximaal 40 kavels kunnen worden opgeslagen. Door het symbool hiernaast te kiezen wordt van het hoofdscherm overgeschakeld op het beeldscherm Perceelgeheugen (zie ook pagina 27).
Hoofdmenu §4.5 V ENTIELMANAGEMENT De spuitmachine is afhankelijk van de uitrusting van een verschillend aantal ventielen voorzien die bij het spuiten voor de afzonderlijke functies telkens in de juiste schakelpositie moeten worden gebracht. Een deel van de ventielen kan op de bedieningseenheid in de trekker elektrisch op afstand worden bediend.
Flowmaster FMA + SMC §4.5.3 Flowmaster en Autoset Bij uitrusting met Flowmaster en Autoset worden ook de volgende ventielen • 5-weg-kraan zuigzijde (A) • 5-weg-kraan perszijde (B) • ventiel tankreiniging (D) • ventiel leegmaken (E) elektrisch geschakeld (fig. 4). Wordt op de Flowmaster bedieningseenheid op het beeldscherm Vullen of op het beeldscherm Ventielmanagement een functie gekozen, dan worden de ventielen A, B, D en E automatisch op de juiste schakelpositie (zie tabel 1) ingesteld.
Functies en ventielstanden §4.5.4 Functies en ventielstanden 5-weg-kraan 5-weg-kraan 3-weg-kraan ventiel ventiel ventiel regelventiel 3-weg-ventiel zuigzijde perszijde snel vullen tankreiniging leegmaken geen functie drukregelaar teruglooproerwerk Functie Bediening ( A ) ( B ) ( C ) ( D ) ( E ) ( F ) ( G ) ( H )
Flowmaster FMA + SMC §4.6 B EELDSCHERM ULLEN Door het “benzinepomp” – symbool hiernaast te kiezen wordt van het hoofdscherm overgeschakeld op het beeldscherm Vullen (zie ook pagina 26). Op het beeldscherm Vullen kunnen de beide volgende functies worden gekozen: Vullen met pomp en inspoelen Verdunnen Door het kiezen van de “Pijltjes”...
Pagina 51
Hoofdmenu Handelwijze bij de functie Vullen met pomp en inspoelen: • Koppel de zuigslag aan de zuigaansluiting (zie bedieningshandleiding van de spuitmachine). Aanwijzing: Bij uitrusting met Assistron of Autoset kunnen de beide functies Vullen met pomp en inspoelen ook door middel van de SMC - box op de spuit worden bediend (zie hoofdstuk SMC - box).
Pagina 52
Flowmaster FMA + SMC Uitrusting met vulhoeveelheidmeting: Bij uitrusting met vulhoeveelheidmeting kan nu de vordering van het vulproces aan de hand van de balk en de weergegeven waarde voor de actuele tankinhoud op het display worden gevolgd. Is 80% van de geprogrammeerde vulhoeveelheid bereikt, dan klinkt op de SMC – box een geluidssignaal.
Hoofdmenu §4.6.2 Functie Verdunnen Met behulp van deze functie kan het spuitmiddel, als ingeschat kan worden dat dit niet meer voldoende is voor een veld, met water uit de schoonwatertank worden verdund resp. aangevuld. Hiertoe wordt water uit de schoonwatertank aangezogen en via het teruglooproerwerk naar de hoofdtank overgebracht.
Flowmaster FMA + SMC §4.7 B EELDSCHERM ENTIELMANAGEMENT Door het “Ventiel” – symbool te kiezen wordt van het hoofdscherm overgeschakeld op het beeldscherm Ventielmanagement (zie ook pagina 26). Op het beeldscherm Ventielmanagement kunnen de volgende 6 functies worden gekozen: roeren met gekozen functie Injectorroerwerk leidingen vullen...
Hoofdmenu Door het “Stop” – symbool te kiezen kan de op dat moment actieve functie worden beëindigd resp. geannuleerd. Het display van de Flowmaster schakelt over op het hoofdscherm. Tegelijkertijd worden de ventielen bij Autoset automatisch op de positie “Spuiten UIT” Auto gezet.
Pagina 56
Flowmaster FMA + SMC Handelwijze bij de bediening: Uitgangspositie: - Hoofdscherm; centrale schakelaar Spuiten op “UIT” • Alle sectieschakelaars op “AAN” • Zet bij uitrusting zonder Autoset en Assistron alle ventielen op de spuitmachine op de positie “Spuiten UIT” . Dat betekent: 5-weg-kraan A op pos 2 (hoofdtank) en 5-weg-kraan B op pos 2 (drukregelaar) (zie tabel 1 op pagina 46).
Hoofdmenu Functie voortijdig annuleren: Moet de functie voortijdig worden geannuleerd, dan moet de centrale schakelaar Spuiten op “UIT” worden gezet. Vervolgens kan door het “Stop” – symbool of het “FMA - RAU” – symbool te kiezen de functie worden beëindigd. Het display schakelt over op het hoofdscherm.
Flowmaster FMA + SMC • Schakel de aftakas in en laat deze met max. 540 rpm lopen. Centrale schakelaar Spuiten op “AAN”. Hiermee wordt het vulproces gestart. Alle sectiebreedten spuiten: Aan de hand van de doorstroomhoeveelheid wordt voortdurend de nog benodigde hoeveelheid water berekend en op het display weergegeven.
Pagina 59
Hoofdmenu Handelwijze bij de bediening: Uitgangspositie: - Hoofdscherm; centrale schakelaar Spuiten op “UIT” Kies beeldscherm Ventielmanagement. Kies functie Tankreiniging. • Laat de aftakas met max. 540 rpm lopen. Functie activeren; Stel bij uitrusting met Assistron de 5-weg-kraan aan zuig- en perszijde A en B telkens overeenkomstig de LED`s in en open ventiel D voor tankreiniging.
Flowmaster FMA + SMC Na afloop van het gehele reinigingsprogramma schakelt het display automatisch over op het hoofdscherm. Vervolgens dient de verdunde resterende hoeveelheid met uitgeschakeld teruglooproerwerk over het veld te worden gespoten (zie bedieningshandleiding van de spuitmachine). Door het “Stop” – symbool te kiezen kan de Tankreiniging vroegtijdig worden beëindigd. Het display schakelt over op het hoofdscherm.
Hoofdmenu §4.7.6 Functie Schoonwatertank leegmaken Met behulp van de functie Schoonwatertank leegmaken kan de schoonwatertank via de spuitpomp en de terugpompaansluiting op het bedieningscentrum worden leeggepompt. Dit is bijvoorbeeld van belang als er vorst te verwachten is of bij een langere stilstandtijd om algvorming in de schoonwatertank te voorkomen.
Flowmaster FMA + SMC H5 Instellingen- en servicemenu Door het “Sleutel” – symbool te kiezen wordt er van het hoofdscherm overgeschakeld op het 1e beeldscherm van het Instellingen- en servicemenu. In de beide eerste beeldschermen in het Instellingen- en servicemenu kunnen instellingen worden uitgevoerd die niet regelmatig gewijzigd hoeven te worden.
Instellingen- en servicemenu §5.1.4 Resterend traject of resterend oppervlak Hier kan worden geselecteerd of de aanduiding op het hoofdscherm die aangeeft hoeveel met de actuele tankinhoud nog gespoten kan worden, als resterend traject in “m” of als resterend oppervlak in “ha” moet worden uitgevoerd. §5.1.5 Snelheidssignaal Hier moet worden geselecteerd welk signaal voor snelheidsmeting moet worden gebruikt.
Flowmaster FMA + SMC §5.2 B EELDSCHERM ALIBRATION Op het beeldscherm Calibration kunnen de sensoren, zoals de snelheidssensor, de stromingsmeter, ... enz. worden gekalibreerd. Voor het invoeren van de waarden dient het desbetreffende invoerveld door middel van de pijltjestoetsen gekozen te worden (getalswaarde knippert). Met behulp van de toetsen kan de gewenste waarde worden ingesteld.
Instellingen- en servicemenu §5.2.2 Stromingsmeter kalibreren Voor het berekenen van de doorstroomhoeveelheid l/min heeft de spuitcomputer de verhouding tussen het aantal impulsen en het aantal liters nodig. Het aantal impulsen per liter staat op het etiket van de stromingsmeter vermeld. Voor het kalibreren van de stromingsmeter moet dit aantal impulsen (b.v.
Flowmaster FMA + SMC §5.2.4 Correctiewaarde voor werkhoogte Op het hoofdscherm wordt de werkhoogte van de spuitboom (in cm) weergegeven, als deze met een dienovereenkomstige sensor is uitgerust. In de basisinstelling (correctiewaarde = 0) komt de weergegeven waarde ongeveer overeen met de afstand van de spuitboom (resp. de doppen) tot de grond.
Instellingen- en servicemenu §5.3 B EELDSCHERM ALIBRATION STEER Op het beeldscherm Calibration steer kunnen de potentiometers worden gekalibreerd en kan de werking van het stuurmechanisme worden aangepast. Voor het invoeren van de waarden dient het desbetreffende invoerveld door middel van de pijltjestoetsen gekozen te worden (getalswaarde knippert).
Flowmaster FMA + SMC Controleer de ingestelde maximale stuurhoek door de trekboom/as zowel linksom als rechtsom een keer handmatig maximaal uit te sturen. De banden van de spuitmachine mogen de tank in geen geval raken! §5.3.2 Stuurreactie instellen Om de automatische sturing optimaal in te stellen is het mogelijk om de mate van sturing linksom en rechtsom apart te corrigeren.
Pagina 69
Instellingen- en servicemenu Fig. 1 Fig. 2 Fig. 3 Flowmaster FMA + SMC...
Moeten er om welke reden dan ook wijzigingen worden uitgevoerd, dan is dit alleen mogelijk als op het beeldscherm PIN een speciale PIN - code wordt ingevoerd. Neem indien nodig contact op met de Kverneland klantenservice! BEDIENINGSHANDLEIDING...
Instellingen- en servicemenu §5.6 S TORINGSTABEL LOWMASTER Mogelijke storingen Controleren Wielsensor, stromingssensor Is op de aansluitbus van de SHC - box voor de sensor een functioneert niet spanning van 12 V aanwezig? Brandt de lichtdiode van de sensor? (vervalt bij stromingssensor.) Controleer het ingangssignaal op de SHC - box.
Flowmaster FMA + SMC H6 SMC - box Is de spuitmachine als aanvulling op de Flowmaster met Assistron, Autoset en/of Vulhoeveelheidmeting uitgerust, dan bevindt zich rechtsboven op het bedieningscentrum van de spuit de zogenaamde SMC – box (Spray – Management – Control) (fig. 1). Op de SMC – box zijn de indicatieringen, de vulflowmeter of vulniveausensor aangesloten, als de spuitmachine met Assistron en/of Vulhoeveelheidmeting is uitgerust (zie overzicht afb.
SMC - Box §6.2 SMC S YSTEEMOVERZICHT SMC - box verbindingskabel SMC - FMA vulflowmeter verdeel- vulniveausensor verbindingskabel SMC - indicatieringen indicatieringen Fig. 3 §6.3 F UNCTIES Via de SMC - box op de spuitmachine kunnen de volgende functies worden bediend: Functie Display - tekst Beschrijving...
Pagina 74
Flowmaster FMA + SMC Functie Display - tekst Beschrijving Roeren met Hoge Hoge Druk De spuitpomp zuigt spuitmiddel uit de hoofdtank af en pompt Druk roerwerk roerw. dit via het Injectorroerwerk terug de hoofdtank in Leidingen vullen Recirc. Chem. Voor aanvang met spuiten wordt het leidingsysteem tot aan de Tank doppen met spuitmiddel gevuld.
SMC - Box §6.4 B EDIENING VAN DE FUNCTIES De handelwijze bij de bediening is bij alle functies in principe hetzelfde. Alleen bij de functies Vullen met pomp en inspoelen, Leidingen vullen, Leidingen spoelen en Tankreiniging zijn er bijzonderheden, waarmee bij het bedienen rekening gehouden moet worden (zie volgende pagina's).
Flowmaster FMA + SMC §6.4.1 Functie Vullen met pompen en inspoelen Is de spuitmachine met vulhoeveelheidmeting (vulflowmeter of vulniveausensor) uitgerust, dan kan bij deze functie ook de gewenste vulhoeveelheid worden ingevoerd. Is de gewenste vulhoeveelheid bereikt, dan wordt deze automatisch als actuele tankinhoud op het hoofdscherm van de Flowmaster overgenomen.
Pagina 78
Flowmaster FMA + SMC • Schakel de aftakas in en laat deze met max. 540 rpm lopen. Op het display van de SMC - box kan het vulproces nu worden gevolgd; de volgende aanduiding verschijnt: Ltr =0050/3600 Als eerste waarde (50 ltr) wordt het actuele vulniveau weergegeven. Is de resterende inhoud niet gewist, dan start de waarde met de resterende inhoud.
SMC - Box §6.4.2 Functies Leidingen vullen en Leidingen spoelen De beide functies “Leidingen vullen” en “ Leidingen spoelen” kunnen op de SMC – box alleen vooraf worden geselecteerd en geactiveerd, maar niet worden gestart. Uitgangspositie: De centrale schakelaar “Spuiten” op de bedieningseenheid in de trekker staat op “UIT”.
Pagina 80
Flowmaster FMA + SMC Tijdens deze tijd wordt water uit de schoonwatertank aangezogen en via de tankreinigers naar de hoofdtank geperst. De binnenwanden van de tank worden gereinigd. De reinigingstijd kan in de basisinstellingen van de SMC – box worden geprogrammeerd. Deze tijd dient afhankelijk van de verdunbare technische resterende hoeveelheid in de basiseenheid en het pompvermogen zodanig te worden geprogrammeerd dat de verdunbare technische resterende hoeveelheid tenminste 1 : 10 wordt verdund.
SMC - Box §6.5 B ASISINSTELLING Voor alle instelbare parameters in het Instellingenmenu van de SMC - box wordt reeds in de fabriek een basisinstelling uitgevoerd, waarmee gewerkt kan worden. De meeste parameters kunnen echter indien gewenst door de gebruiker individueel worden gewijzigd.
Flowmaster FMA + SMC §6.6 P ARAMETERS In het Instellingenmenu kunnen de volgende parameters worden ingesteld: Flow Pulses Hier moet het aantal impulsen worden ingevoerd dat de aangesloten vulflowmeter per liter doorstroomhoeveelheid afgeeft. Het aantal impulsen per liter staat normaal gesproken op het etiket van de stromingsmeter vermeld.
SMC - Box Vul Vertraging Hier kan een vertragingstijd (in seconden) worden ingevoerd, waarin, na het activeren van het vulproces, de impulsen van de vulflowmeter nog niet worden geteld. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld fouten bij de vulhoeveelheidmeting worden voorkomen, die ontstaan doordat de 5-weg-kraan A aan zuigzijde pas bij activering van het vulproces op de zuigaansluiting wordt omgeschakeld en er dus nog korte tijd uit de tank wordt aangezogen.
Flowmaster FMA + SMC §6.7 I NDICATIERINGEN KALIBREREN SSISTRON Bij uitrusting met Assistron is de 5-weg-kraan A en B aan zuig- en perszijde telkens met een indicatiering (1) uitgerust. Op de beide indicatieringen (1) bevinden zich telkens 4 LED`s (lichtdioden) voor de 4 mogelijke schakelposities (fig. 6). Die indicatieringen (1) zijn op de SMC - box aangesloten (zie SMC –...
SMC - Box In dat geval dient als volgt te werk te worden gegaan: Druk op de “Pijl” – toets. op het display verschijnt: Zuigkraan (NOORD) Zet de 5-weg-kraan A aan zuigzijde op “NOORD” (= pos. 1) (fig. 6) op het display verschijnt: Zuigkraan (OOST) Zet de 5-weg-kraan A aan zuigzijde op “OOST”...