Als stroomvoerende onderdelen of kabels beschadigd worden, kan dit tot
kortsluiting leiden. De voedingskabel moeten daarom altijd van een 30 A zekering
zijn voorzien. Zonder correcte zekering kan door kortsluiting brand ontstaan!
§2.2.2 Montage van de snelheidssensor
Als voor de snelheidsmeting een sensor met telring wordt gebruikt, moet deze indien mogelijk aan
een niet-aangedreven wiel worden aangebracht. Bij het gebruik van een aanbouwapparaat worden
de onderdelen aan de binnenzijde van het rechter voorwiel van de tractor gemonteerd.
Wordt een aanhangapparaat met spuitcomputer besteld, dan zijn de snelheidssensor en de telring
reeds af fabriek gemonteerd. In dat geval hoeft het systeem alleen nog maar gekalibreerd te
worden (zie §5.10 Rijsnelheid kalibreren").
Bij het monteren van de telring dient als volgt te werk te worden gegaan:
• Demonteer eerst het wiel (5), waarop de telring (6) bevestigd moet worden (fig. 4).
• Schuif de boorsjabloon (7) over de vier lange schroeven van de telring (6) en lijn de ring met de
behulp van de cirkels op de boorsjabloon ten opzichte van de velgrand, de naafopening of ten
opzichte van andere cirkelvormen van het wiel centrisch uit. Dit kan zowel aan de buitenzijde
als aan de binnenzijde van het wiel (fig. 4).
• Vervolgens worden de boringen (8) gemarkeerd, gecenterd en met een 10,5-mm-boor geboord
(fig. 4).
• Schroef de ring aan de binnenzijde van het wiel vast en plaats daarbij de afstandshulzen (9)
tussen de ring en de velg. Controleer of de ring exact parallel met de velg is uitgelijnd (fig. 5).
Opmerking: Voor aanhangapparaten worden langere afstandshulzen gebruikt.
• Monteer het wiel vervolgens weer aan de tractor resp. de spuitmachine.
Aanwijzing: Bij de meeste tractoren met vierwielaandrijving kan de snelheidssensor vaak ook
probleemloos met behulp van een zelfgemaakte houder op de cardanas worden
gemonteerd. Hierbij kan de sensor reageren op uitstekende metalen onderdelen op
deze as (slangbeugels of hierop gelaste moeren). De telring hoeft dan niet
gemonteerd worden!
14
Flowmate Control FMC
BEDIENINGSHANDLEIDING