2
Trek de tonercartridge eruit.
5
Schud de tonercartridge 5 of 6 keer (zie onderstaande afbeelding) om de toner
binnenin de cartridge gelijkmatig te verdelen.
●
Raak het drumoppervlak aan de onderzijde van de tonercassettelade niet aan.
6
Installeer de tonercartridge.
●
Elke kleur tonercartridge heeft een eigen sleuf in de cartridgehouder, aangegeven met een kleurenlabel
(
). Plaats de tonercartridge in de juiste sleuf.
●
Het ondervlak van de tonercartridge is onbeschermd. Zorg er daarom voor dat de tonercartridge niet
tegen het gleufframe botst als u hem in de gleuf plaatst.
7
Duw de cartridgehouder terug in de machine en sluit de klep aan de voorkant.
●
Er wordt nu direct een automatische correctie uitgevoerd (
Onderhoud
Snelle aanpassing(P. 471) ).
465