<Encryptie-instellingen>
Configureer een instelling voor het uitschakelen van een zwakke versleuteling of de sleutel en certificatie met gebruik
van een zwakke versleuteling.
<Gebr. zwakke encr. verbieden>/<Gebruik van zwakke encryptie verbieden>
<Uit>
<Aan>
<Zwakke encr. sleutel/cert verb>/<Sleutel/cert. met zwakke encr. verbieden>
<Uit>
<Aan>
Model aanraakscherm
<Menu>
Selecteer <Aan> in <Gebr. zwakke encr. verbieden>
sleutel/cert verb>
Model zwart-wit LCD
<Menu>
instellingen>
encr. verbieden>
<Systeem verifiëren bij opstarten>
Bij het opstarten van het apparaat of bij het uitvoeren van een toepassing (in Application Library
(Toepassingenbibliotheek)) wordt gecontroleerd of het systeem of de toepassing niet is gemanipuleerd. Als
manipulatie wordt ontdekt, gaat het apparaat over naar een toestand waarin het wacht op een firmware-update. Voer
in dit geval een firmware-update vanaf een computer uit.
<Uit>
<Aan>
<Menu>
opstarten>
●
Als ook na enige tijd wachten niets wordt weergegeven, is systeemherstel misschien niet mogelijk. Neem in
dit geval contact op met de dichtstbijzijnde Canon-dealer of met de Canon-helpdesk.
Overzicht van menuopties
<Beheerinstellingen>
<Beveiligingsinstellingen>
<Toepassen>
<Beheerinstellingen>
<Beveiligingsinstellingen>
<Gebruik van zwakke encryptie verbieden>
Selecteer <Uit> of <Aan>
<Beheerinstellingen>
<Beveiligingsinstellingen>
<Aan>
<Ja> (
)
Start het apparaat automatisch opnieuw op
Selecteer <Uit> of <Aan> in <Zwakke encr.
<OK>
Start het apparaat opnieuw op
Start het apparaat opnieuw op
De Firmware updaten(P. 305)
450
<Encryptie-instellingen>
<Encryptie-
<Aan>
<Sleutel/cert. met zwakke
<Systeem verifiëren bij