<Menu>
<Functie-instellingen>
<Auto (Kleur/Z-W)> of <Zwart-wit>
<Gecomprimeerde beelduitvoer>
Geef op welke bewerking moet plaatsvinden als de beeldkwaliteit is afgenomen vanwege te weinig geheugen
bij het afdrukken.
<Uitvoer>
<Fout weergeven>
<Menu>
<Functie-instellingen>
beelduitvoer>
<Uitvoer>
Blijft afdrukken ongeacht hoe zeer de kwaliteit afneemt.
<Fout weergeven>
Als de beeldkwaliteit aanzienlijk is afgenomen, wordt geen afbeelding afgedrukt en wordt een foutmelding
weergegeven.
<Modus Opvanglade>
Geef op of de printer papier moet invoeren vanuit de multifunctionele lade wanneer geen papier van het juiste
formaat in de papierlade is geplaatst, terwijl Automatisch papier selecteren is geactiveerd.
<Uit>
<Aan>
<Menu>
<Functie-instellingen>
Opvanglade>
<Prior. snelh./ afdr.z. 2-zijdig>/<Prioriteit snelh./afdrukz. voor 2-zijdig>
Geef op of de laatste pagina in de enkelzijdige afdrukmodus moet worden verwerkt, als in de dubbelzijdige
afdrukmodus een document met een oneven aantal pagina's wordt verwerkt.
<Snelheidsprioriteit>
<Prioriteit afdrukzijde>
Overzicht van menuopties
<Printer>
<Printer>
Selecteer <Uitvoer> of <Fout weergeven>
<Printer>
Selecteer <Uit> of <Aan>
389
<Printerinstellingen>
<Kleurmodus>
<Printerinstellingen>
<Gecomprimeerde
<Printerinstellingen>
<Modus
Selecteer
*1