Voor u in onze kookstudio uitgetest.
nl
dergelijks aan toe. De bodem van de vorm dient ca 1-2
cm bedekt te zijn.
Tijdens het braden verdampt de vloeistof in de vorm.
Voeg zo nodig voorzichtig wat vloeistof toe.
Vlees kan ook in een gesloten braadslede knapperig
worden. Gebruik hiervoor een braadslede met glazen
deksel en stel een hogere temperatuur in.
Braden en stoven met stoom
Bepaalde gerechten worden bij de bereiding met stoom
knapperiger en drogen minder uit.
Gebruik een open vorm. De vormen dienen hitte- en
stoombestendig te zijn.
Het braadvlees hoeft niet gekeerd te worden.
Schakel de stoomfunctie in, zoals aangegeven in de
insteltabel. Sommige gerechten lukken het best
wanneer ze in meerdere stappen worden gegaard.
Deze zijn in de tabel aangegeven.
Stomen
In tegenstelling tot de bereiding met stoom wordt het
vlees met de functie stomen behoedzamer bereid, maar
krijgt het geen korstje. Het blijft bijzonder mals. Als
smaakvariant kunt u stukken vlees voor het stomen kort
bakken, de bereidingsduur wordt korter.
Voor grotere stukken is een langere opwarmtijd en een
langere bereidingsduur nodig. Wanneer u meerdere
gelijk grote stukken gebruikt, verlengt de opwarmtijd
zich, maar niet de bereidingsduur.
Stukken vlees hoeven niet gekeerd te worden.
Gebruik de stoombak met gaatjes, maat XL, en plaats
de braadslede eronder. U kunt ook een glazen schaal
gebruiken en deze op het rooster plaatsen.
Grillen
Laat de deur van het apparaat tijdens het grillen
gesloten. Nooit met een geopende apparaatdeur grillen.
Leg het vlees op het rooster. Plaats bovendien de
universele braadslede met de schuine kant naar de
apparaatdeur ten minste één inschuifhoogte eronder.
Uitdruipend vet wordt zo opgevangen.
Neem indien mogelijk grillstukken van ongeveer
dezelfde dikte en gewicht. Zo worden ze gelijkmatig
bruin en blijven ze lekker mals. Leg de te grillen stukken
vlees rechtstreeks op het rooster.
Keer de grillstukken met een grilltang. Wanneer u met
een vork in het vlees prikt, verliest het sap en wordt het
droog.
Zout het vlees pas na het grillen. Zout onttrekt water
aan het vlees.
Aanwijzingen
Het grillelement wordt steeds weer in- en
■
uitgeschakeld, dat is normaal. Hoe vaak dit gebeurt,
is afhankelijk van de ingestelde temperatuur.
Bij het grillen kan rook ontstaan.
■
Aanbevolen instelwaarden
In de tabel vindt u voor talrijke vleesgerechten de
optimale verwarmingsmethode. Temperatuur en
tijdsduur zijn afhankelijk van de hoeveelheid, kwaliteit
46
en temperatuur van het levensmiddel. Daarom zijn er
instelbereiken aangegeven. Probeer het eerst met de
lagere waarden. Stel de oven indien nodig de volgende
keer hoger in.
De instelwaarden gelden voor vlees op
koelkasttemperatuur dat in de onverwarmde
binnenruimte wordt geplaatst. Zo kunt u tot 20 procent
energie sparen. De aangegeven bereidingstijden
worden enkele minuten korter wanneer u voorverwarmt.
In de tabel vindt u gegevens voor stukken braadvlees
met voorgesteld gewicht. Wanneer u een zwaar stuk wilt
braden, gebruik dan in elk geval de lage temperatuur.
Bij meerdere stukken oriënteert u zich aan het zwaarste
stuk om de bereidingsduur te bepalen. De afzonderlijke
stukken dienen ongeveer even groot te zijn.
In het algemeen geldt: hoe groter het braadvlees, des
te lager de temperatuur en des te langer de
bereidingstijd.
Braadvlees en grillvlees na ca. ^ tot Z van de
aangegeven tijd keren.
Indien u volgens eigen recept wilt bereiden dan
oriënteert u zich aan soortgelijke gerechten.
Bijkomende informatie vindt u onder "Tips voor braden,
stoven en grillen" na de insteltabel.
Niet gebruikte toebehoren verwijderen uit de
binnenruimte. Zo krijgt u een optimaal bakresultaat en
spaart u tot 20 procent energie.
Gebruikte verwarmingsmethoden:
‚ CircoTherm hetelucht
■
ƒ Boven- en onderwarmte
■
‡ Thermogrillen
■
ˆ Grill, groot
■
‹ Stomen
■
De standen van de stoomintensiteit zijn met behulp van
cijfers in de tabel aangegeven:
1 = laag
■
2 = gemiddeld
■
3 = hoog
■