WAARSCHUWING ‒ Kans op explosie!
Er kan een gaslek optreden als gevolg van een be-
schadigd aansluitstuk.
Nooit bij de aansluiting van de gasbuis of de veilig-
▶
heidsgasslang het gasaansluitstuk op het apparaat
vastdraaien met steeksleutel SW22. Het aansluitstuk
kan beschadigd raken.
Aansluiting volgens EN ISO 228-1 G½ (TS EN ISO
228-1 G½ )
1.
Plaats de nieuwe afdichting in het aansluitstuk. Let
erop dat de afdichting correct is aangebracht.
Het gasaansluitstuk van het apparaat met steek-
2.
sleutel SW22 vasthouden en het verbindingsstuk
met steeksleutel SW24 in het aansluitstuk plaatsen.
De nieuwe afdichting in de gasbuis of de veilig-
3.
heidsgasslang plaatsen. Let erop dat de afdichting
correct is aangebracht.
Het verbindingsstuk met steeksleutel SW24 vast-
4.
houden en de schroefdraadaansluiting van de gas-
buis of de veiligheidsgasslang met steeksleutel
SW24 op het verbindingsstuk bevestigen en vast-
draaien.
De afsluiter voor de gasaansluiting openen. Dicht-
5.
heidscontrole → Pagina 51 uitvoeren.
Aansluiting volgens EN 10226-1 R½ (TS 61-210 EN
10226-1 R½)
Plaats de nieuwe afdichting in het aansluitstuk. Let
1.
erop dat de afdichting correct is aangebracht.
Het gasaansluitstuk van het apparaat met steek-
2.
sleutel SW22 vasthouden en het verbindingsstuk
met steeksleutel SW24 in het aansluitstuk plaatsen.
Het verbindingsstuk met steeksleutel SW24 vast-
3.
houden en de schroefdraadaansluiting van de gas-
buis of de veiligheidsgasslang met steeksleutel
SW24 op het verbindingsstuk bevestigen en vast-
draaien.
De afsluiter voor de gasaansluiting openen. Dicht-
4.
heidscontrole → Pagina 51 uitvoeren.
Aansluiting voor vloeibaar gas (LPG)
Wanneer uw vloeibaar gas (LPG) gebruikt, realiseer
dan de gasaansluiting via een gasslang of een vaste
verbinding.
Houd de landspecifieke richtlijnen aan.
Houd het volgende aan wanneer u een gasslang
gebruikt:
¡ Gebruik een veiligheidsgasslang of een kunststof
slang met een diameter van 8 of 10 mm.
¡ Bevestig de slang op de gasaansluiting met een
toegelaten aansluitinrichting, bijv. een slangklem.
¡ De slang dient kort en volledig dicht te zijn. De leng-
te van de slang mag max. 1,5 m bedragen. Houd
de geldende richtlijnen aan.
¡ Vervang de gasslang eenmaal per jaar.
Aansluiting met de gasslang
1.
Plaats de nieuwe afdichting in het aansluitstuk. Let
erop dat de afdichting correct is aangebracht.
Montagehandleiding nl
47