nl Storingen verhelpen
19 Storingen verhelpen
Kleinere storingen aan het apparaat kunt u zelf verhel-
pen. Raadpleeg voordat u contact opneemt met de
klantenservice de informatie over het verhelpen van
storingen. Zo voorkomt u onnodige kosten.
WAARSCHUWING ‒ Kans op letsel!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen geschoold vakpersoneel mag reparaties aan
▶
het apparaat uitvoeren.
Bel de servicedienst als het apparaat defect is.
▶
19.1 Functiestoringen
Storing
Apparaat werkt niet.
Het apparaat scha-
kelt na het verstrijken
van een tijdsduur niet
volledig uit.
Op het display knip-
pert de tijd.
Op het display brandt
en het appa-
raat kan niet worden
ingesteld.
Op het display ver-
schijnt een melding
met , bijv. - .
In de keuken ruikt het
naar gas.
Brander ontsteekt
niet.
28
Oorzaak en probleemoplossing
Netstekker van de stroomkabel is niet ingestoken.
Apparaat aansluiten op het elektriciteitsnet.
▶
Zekering is defect.
Controleer de zekering in de meterkast.
▶
Stroomvoorziening is uitgevallen.
Controleer of de verlichting van de binnenruimte of andere apparaten functioneren.
▶
Na het verstrijken van een tijdsduur houdt het apparaat op met verwarmen. Ovenlamp en
koelventilator schakelen niet uit. Bij verwarmingsmethoden met circulatielucht blijft de venti-
lator in de achterwand van het apparaat draaien.
De functiekeuzeknop op de nulstand draaien.
▶
a Het apparaat is uitgeschakeld.
a Ovenlamp en ventilator in de achterwand zijn uitgeschakeld.
a De koelventilator schakelt automatisch uit, zodra het apparaat is afgekoeld.
Stroomvoorziening is uitgevallen.
Tijd opnieuw instellen.
▶
→ "Tijd instellen", Pagina 20
Kinderbeveiliging is geactiveerd.
Het kinderslot met deactiveren.
▶
→ "Kinderslot", Pagina 20
Storing in de elektronica
indrukken.
1.
Stel eventueel de tijd opnieuw in.
‒
a Als de storing eenmalig was, verdwijnt de foutmelding.
Neem contact op met de klantenservice wanneer de foutmelding weer verschijnt. Ver-
2.
meld de exacte foutmelding en het E-Nr. van uw apparaat volledig.
→ "Servicedienst", Pagina 30
Aansluiting van de gasfles lekt.
Ventileer de ruimte.
1.
Controleer de aansluiting van de gasfles.
2.
Gasleiding naar het apparaat lekt.
Ventileer de ruimte.
1.
Bel het gasbedrijf.
2.
Stroomvoorziening is uitgevallen.
De brander met een gasaansteker of een lucifer aansteken.
▶
Branderonderdelen zijn verkeerd gepositioneerd.
De branderonderdelen exact en recht plaatsen.
1.
Zorg ervoor dat de nokken in de uitsparingen vastklikken.
2.
Branderonderdelen zijn nat.
Droog de branderonderdelen zorgvuldig.
▶
WAARSCHUWING ‒ Kans op elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag repa-
▶
raties aan het apparaat uitvoeren.
Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen
▶
worden gebruikt voor reparatie van het apparaat.
Als het netsnoer van dit apparaat beschadigd raakt,
▶
moet het ter vermijding van risico's worden vervan-
gen door de fabrikant, de servicedienst of een ande-
re gekwalificeerde persoon.