het veilige gebruik van het apparaat en de
daaruit resulterende gevaren hebben begre-
pen.
Kinderen mogen niet met het apparaat spe-
len.
Reiniging en gebruikersonderhoud mogen
niet worden uitgevoerd door kinderen, tenzij
ze 15 jaar of ouder zijn en onder toezicht
staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan 8
jaar niet bij het apparaat of de aansluitkabel
kunnen komen.
1.3 Veilig gebruik
WAARSCHUWING ‒ Kans op explosie!
Als er gas vrijkomt, kan dat leiden tot een ex-
plosie. HOE TE HANDELEN BIJ GASLUCHT
OF STORINGEN AAN DE GASINSTALLATIE
▶ Direct de gastoevoer of het ventiel van de
gasfles sluiten.
▶ Direct open vuur en sigaretten doven.
▶ Lichtschakelaars en apparaatschakelaars
niet meer bedienen.
▶ Geen stekkers uit het stopcontact trekken.
▶ In huis geen (mobiele) telefoon gebruiken.
▶ Ramen openen en de ruimte goed ventile-
ren.
▶ Telefonisch contact opnemen met de klan-
tenservice of de gasmaatschappij.
Als er gas vrijkomt, kan dat leiden tot een ex-
plosie. Geringe gashoeveelheden kunnen zich
gedurende een langere tijd ophopen en dan
in brand vliegen.
▶ Veiligheidsventiel aan de gastoevoerleiding
sluiten wanneer het apparaat langere tijd
niet in gebruik is.
Als er gas vrijkomt, kan dat leiden tot een ex-
plosie. Wanneer de fles voor vloeibaar gas
niet loodrecht staat, kan het vloeibare pro-
paan/butaan in het apparaat terechtkomen. Er
kunnen dan felle steekvlammen uit de bran-
ders komen. Onderdelen kunnen beschadigd
en na verloop van tijd lek raken, waardoor er
op een ongecontroleerde manier gas ont-
snapt.
▶ Flessen voor vloeibaar gas altijd in een
loodrechte stand gebruiken.
Als er gas vrijkomt, kan dat leiden tot een ex-
plosie. Wanneer de gasdruk in uw gasnet
meer dan 20% hoger is dan de op het type-
plaatje van het apparaat is aangegeven, dan
kan een gaslek ontstaan.
▶ Gebruik u apparaat voor uw veiligheid ab-
soluut met een geschikte gasregelaar.
▶ Indien u de gasdruk in uw gasverzorgings-
gebied niet weet, kunt u dit bij uw plaatselij-
ke gasleverancier navragen.
▶ De aansluiting, het onderhoud en de instel-
ling van de gasregelaar moet worden uitge-
voerd door een geautoriseerde vakkracht.
WAARSCHUWING ‒ Kans op
verstikking!
Door het gebruik van het gaskooktoestel ont-
staan er warmte, vocht en verbrandingspro-
ducten in de opstellingsruimte.
▶ Let op voldoende ventilatie van de keuken,
met name bij gebruik van het gaskooktoe-
stel.
▶ Zorg bij intensief en langdurig gebruik van
het apparaat voor extra ventilatie om de
verbrandingsproducten veilig naar buiten te
leiden. Stel bijvoorbeeld bij een bestaande
mechanische ventilatie-inrichting een hoge-
re vermogensstand in en zorg tegelijkertijd
voor luchtverversing in de opstellingsruim-
te.
▶ Voor de installatie van de extra ventilatie-in-
richting te rade gaan bij vakkundig perso-
neel.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brand!
Het apparaat wordt heet.
▶ Nooit brandbare voorwerpen of spuitbus-
sen bewaren in laden direct onder de kook-
plaat.
▶ Nooit brandbare voorwerpen, bijv. spuitbus-
sen of reinigingsmiddelen onder het appa-
raat of in de onmiddellijke nabijheid op-
slaan of gebruiken.
Het kookvlak wordt erg heet.
▶ Nooit brandbare voorwerpen op het kook-
vlak of in de directe omgeving leggen.
▶ Nooit voorwerpen op het kookvlak bewa-
ren.
Zonder toezicht koken op kookplaten met vet
of olie kan gevaarlijk zijn en brand veroorza-
ken.
▶ Verlies hete oliën en vetten daarom nooit
uit het oog.
▶ Nooit proberen om een vuur met water te
blussen, maar het apparaat uitschakelen
Veiligheid nl
3