Ga na of de dichtingen van de bypass-koppen cor-
3.
rect geplaatst zijn en goed functioneren. Alleen by-
pass-koppen gebruiken met afdichtingen die volle-
dig intact zijn.
De nieuwe bypass-koppen inbrengen en goed vast-
4.
draaien. Controleer of alle bypass-koppen op de
juiste kranen zijn bevestigd.
In deze fase absoluut een dichtheidscontrole uitvoe-
5.
ren. Meer informatie vindt u in het hoofdstuk "Lek-
dichtheid- en functiecontrole" → Pagina 51.
Bedieningspaneel monteren
De montage in omgekeerde volgorde uitvoeren.
Het voorpaneel met beide handen vasthouden en
1.
voorzichtig inbrengen. Zorg ervoor dat de kabels
niet beschadigd zijn en de aansluitingen niet losra-
ken. Iets naar onderen bewegen en in het frontpa-
neel plaatsen.
Plaats de schroeven (T15) (M4), welke van het be-
2.
dieningspaneel werden verwijderd.
De schroeven (T20) die aan de rechter- en linker-
3.
kant uit de frontprofielen zijn gehaald weer inbren-
gen en vastdraaien. Breng de kunststof afschermin-
gen weer aan.
De kookplaat voorzichtig inbrengen. Zorg ervoor dat
4.
de kunststof onderdelen die onder de schroeven
moeten blijven niet naar beneden vallen. Draai de
twee schroeven (T20) rechts- en linksvoor weer op
de kookplaat er in. Wanneer brander-aansluitschroe-
ven aanwezig zijn, deze alle in de kookplaat draai-
en.
5.
De branderonderdelen aan de hand van hun grootte
op de juiste plaats zetten. De vonkontstekers in de
betreffende openingen naast de branderonderdelen
insteken. De geëmailleerde branderdeksels midden
op de juiste brandervoeten plaatsen en daarbij op
de grootte letten.
Het pannendragerrooster en de pandragers
‒
plaatsen. Zorg ervoor dat u de pandrager met 80
mm spanwijdte op de hulpbrander plaatst.
Indien het apparaat is voorzien van een afscherm-
6.
plaat, deze loodrecht aan beide kanten vasthouden
en langzaam weer in de bevestiging plaatsen.
De knoppen voorzichtig inzetten.
7.
Controleer in deze fase beslist de werking van
‒
de gasbrander. Meer informatie vindt u in hoofd-
stuk ""Correcte werking van de branders contro-
leren" → Pagina 52".
Controleren of het toestel goed werkt.
8.
23.6 Controleren op dichtheid en werking
De dichtheidscontrole dient door twee personen te wor-
den uitgevoerd.
WAARSCHUWING ‒ Kans op explosie!
Vonken, vlammen of open vuur kunnen tijdens de
dichtheids- en functiecontrole tot explosies leiden.
Zorg ervoor dat er geen vonken ontstaan.
▶
Gebruik geen vlam of open vuur.
▶
Controleer de dichtheid uitsluitend met hiervoor ge-
▶
schikt schuim.
In geval van een gaslek
¡ De afsluiter sluiten.
¡ De betreffende locatie afdoende ventileren.
¡ Controleer de gas- en kopaansluitingen en verbin-
dingen nogmaals.
¡ Herhaal de dichtheidscontrole → Pagina 51.
De gasaansluiting controleren
De afsluiter voor de gasaansluiting openen.
1.
2.
Breng een geschikt schuim aan rondom de gasaan-
sluiting.
a Wanneer op het schuimige oppervlak verstrooiing
en belletjes optreden, die wijzen op het lekken van
gas, volg dan de instructies in hoofdstuk "Bij gaslek-
kage" → Pagina 51 op.
Dezelfde instructies opvolgen bij het deel dat met
3.
een blinde plug is afgesloten.
Controleer de koppen van de fornuisbranders
Controleer de dichtheid bij elke kop.
De afsluiter voor de gasaansluiting openen.
1.
Dek voor de controle het gat van de branderkop
2.
voorzichtig af met uw vinger of een speciaal appa-
raat.
Breng een geschikt schuim aan op de kop.
3.
Druk op de branderknop en draai de knop linksom.
4.
Zo komt er gas naar de kop.
a Wanneer op het schuimige oppervlak verstrooiing
en belletjes optreden, die wijzen op het lekken van
gas, volg dan de instructies in hoofdstuk "Bij gaslek-
kage" → Pagina 51 op.
Bypass-koppen controleren
Controleer de dichtheid bij elke bypass-kop.
De afsluiter voor de gasaansluiting openen.
1.
Dek voor de controle het gat van de branderkop
2.
voorzichtig af met uw vinger of een speciaal appa-
raat.
Breng een geschikt schuim aan op de bypass-kop
3.
van de te controleren brander.
4.
Druk op de kraanspil en draai deze linksom. Zo
komt er gas naar de kop.
a Wanneer op het schuimige oppervlak verstrooiing
en belletjes optreden, die wijzen op het lekken van
gas, volg dan de instructies in hoofdstuk "Bij gaslek-
kage" → Pagina 51 op.
Montagehandleiding nl
51