Storing
Brander ontsteekt
niet.
Brander gaat na het
ontsteken direct uit.
Brandervlam is onge-
lijkmatig.
Brandervlam gaat tij-
dens het gebruik uit.
19.2 Ovenlamp vervangen
Wanneer de verlichting in de oven is uitgevallen, ver-
vang dan de ovenlamp.
Opmerking: Hittebestendige 230V-halogeenlampen
van 25 watt, kunt u verkrijgen bij de klantenservice of
in speciaalzaken. Gebruik uitsluitend deze lampen. Pak
nieuwe halogeenlampen uitsluitend beet met een scho-
ne, droge doek. Hierdoor wordt de levensduur van de
lamp verlengd.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brandwonden!
Tijdens het gebruik worden het apparaat en haar on-
derdelen die men kan aanraken heet.
Wees voorzichtig om het aanraken van verwar-
▶
mingselementen te voorkomen.
Kinderen jonger dan 8 jaar moeten uit de buurt wor-
▶
den gehouden.
WAARSCHUWING ‒ Kans op elektrische schok!
Bij vervanging van de lamp staan de contacten van de
lampfitting onder stroom.
Zorg er vóór het vervangen van de lamp voor dat
▶
het apparaat is uitgeschakeld, om een mogelijke
elektrische schok te voorkomen.
Tevens de stekker uit het stopcontact halen of de
▶
zekering in de meterkast uitschakelen.
Vereisten
¡ Het apparaat moet zijn losgekoppeld van het elektri-
citeitsnet.
¡ De binnenruimte is afgekoeld.
¡ Een nieuwe halogeenlamp ter vervanging is beschik-
baar.
Oorzaak en probleemoplossing
Tussen de ontstekers en de brander bevinden zich voedingsresten of verontreinigingen.
Reinig de tussenruimte tussen ontstekingsbougie en brander.
▶
Veiligheidsventiel van de gasleiding is gesloten.
Open het veiligheidsventiel van de gasleiding.
▶
Gasfles is leeg.
Gasfles vervangen.
▶
Er bevindt zich lucht in de gasleiding na eerste aansluiting of vervangen van de fles.
De bedieningsknop op 0 draaien.
1.
De brander opnieuw ontsteken.
2.
Herhaal indien nodig de ontsteking meerdere keren.
3.
De bedieningsknop werd niet lang genoeg ingedrukt gehouden.
De bedieningsknop na het ontsteken enkele seconden ingedrukt houden.
1.
Bedieningsknop stevig indrukken.
2.
Openingen op de brander zijn verontreinigd.
Openingen van de brander schoonmaken en drogen.
▶
Branderonderdelen zijn verkeerd gepositioneerd.
De branderonderdelen exact en recht plaatsen.
1.
Zorg ervoor dat de nokken in de uitsparingen vastklikken.
2.
Openingen op de brander zijn verontreinigd.
Openingen van de brander schoonmaken en drogen.
▶
Gasfles is leeg.
Gasfles vervangen.
▶
Leg een theedoek in de binnenruimte om beschadi-
1.
ging te voorkomen.
Het glazen kapje er naar links uitdraaien.
2.
Trek de halogeenlamp zonder te draaien er uit.
3.
De nieuwe halogeenlamp plaatsen en stevig in de
4.
fitting drukken.
Let op de stand van de pinnen van de halogeen-
lamp.
Afhankelijk van het type apparaat is het glazen kap-
5.
je voorzien van een afdichtring. De afdichtring plaat-
sen.
Het glazen kapje erin schroeven.
6.
Verwijder de theedoek uit de binnenruimte.
7.
Sluit het apparaat aan op het elektriciteitsnet.
8.
Storingen verhelpen nl
29