nl Accessoires
Stand
Aan het einde van het instelgebied bevindt zich een
aanslag. De gaskookplaatkeuzeschakelaar niet verder
dan de aanslag draaien.
5.4 Binnenruimte
Functies voor de binnenruimte vergemakkelijken het
gebruik van uw apparaat.
Rekjes
U kunt accessoires op verschillende hoogtes in de rek-
jes in de binnenruimte plaatsen.
De binnenruimte heeft 5 inschuifhoogtes. De inschuif-
hoogtes worden van beneden naar boven geteld.
U kunt de rekjes verwijderen, bijv. om te reinigen.
→ "Rekjes", Pagina 24
6 Accessoires
Gebruik alleen originele accessoires. Deze zijn op het
apparaat afgestemd.
Opmerking: De accessoires kunnen door hitte vervor-
men. De vervorming heeft geen invloed op de werking.
De vervorming verdwijnt weer nadat de accessoires
zijn afgekoeld.
Accessoires
Rooster
Braadslede
14
Functie
Nulstand
Ontstekingspositie
Instelgebied
Toelichting
De kookplaat is uitgeschakeld.
Alle ontstekers ontsteken tegelijk.
Grote vlam = hoogste stand
Kleine vlam = laagste stand
Verlichting
De ovenlamp verlicht de binnenruimte.
Bij de meeste verwarmingsmethoden en functies is de
verlichting aan als het programma loopt. Als u de wer-
king met de functiekeuzeschakelaar beëindigt, schakelt
de verlichting uit.
Met de stand ovenlamp aan de functiekeuzeschakelaar
kunt u de verlichting zonder verwarming inschakelen.
Koelventilator
De koelventilator schakelt afhankelijk van de tempera-
tuur van het apparaat in en uit. De warme lucht ont-
snapt via de deur.
LET OP!
De ventilatiesleuven boven de deur van het apparaat
niet afdekken. Het apparaat raakt oververhit.
De ventilatiesleuven vrijhouden.
▶
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat het
apparaat na gebruik sneller afkoelt.
Apparaatdeur
Wanneer u de apparaatdeur opent tijdens het gebruik,
wordt de werking voortgezet.
Condenswater
Bij het bereiden kan in de binnenruimte en op de deur
van het apparaat condensvorming optreden. Condens
is normaal en heeft geen invloed op de werking van
het apparaat. Veeg na het bereiden het condens af.
De meegeleverde accessoires kunnen variëren afhan-
kelijk van het type apparaat.
Gebruik
¡ Bakvormen
¡ Ovenschalen
¡ Vormen
¡ Vlees, bijv. braad- of grillstukken
¡ Diepvriesgerechten
¡ Vochtig gebak
¡ Koekjes
¡ Brood
¡ Grote braadstukken
¡ Diepvriesgerechten
¡ Afdruipende vloeistof opvangen, bijv vet
bij het grillen op het rooster.