9 Kookplaat bedienen
Hier wordt de bediening van uw kookplaat in essentie
beschreven.
9.1 Branderonderdelen plaatsen
Hier komt u te weten hoe u de branderonderdelen cor-
rect plaatst.
Vereiste: Ervoor zorgen dat de branderonderdelen
schoon en droog zijn.
De onderdelen van de brander goed passend en
1.
recht aanbrengen, anders kunnen zich tijdens de
ontsteking of het gebruik storingen voordoen.
Het branderdeksel precies op de branderkop plaat-
2.
sen.
9.2 Belangrijke aanwijzingen voor de
gaskookplaat
Houd deze aanwijzingen aan bij het gebruik van uw
kookplaat.
¡ Een licht fluitend geluid tijdens het gebruik van de
brander is normaal.
¡ Geurvorming gedurende de eerste keren dat u de
gaskookplaat gebruikt is normaal. Dit wijst niet op
een risico of een fout. Het zal na verloop van tijd
stoppen.
¡ Een oranjekleurige vlam is normaal. Dit wordt door
stof in de lucht, overgelopen vloeistoffen etc. veroor-
zaakt.
¡ Als de vlam van de brander per ongeluk uit gaat,
schakel dan de keuzeknop van de brander uit en
wacht minstens 1 minuut voordat u de brander op-
nieuw ontsteekt.
¡ Enkele seconden na het uitschakelen kunt u gelui-
den, zoals een licht geklik uit de brander horen. Dit
is niet ongebruikelijk, maar wijst erop dat de beveili-
ging is gedeactiveerd.
¡ Houd de elektrische vonkontstekingen schoon.
Wanneer de elektrische vonkontstekingen verontrei-
nigd zijn, dan wordt de ontsteker beschadigd. Rei-
nig de elektrische vonkontstekingen regelmatig met
9.5 Insteladvies voor het koken
Hier krijgt u een overzicht van verschillende gerechten en de bijbehorende kookstanden.
Opmerkingen
¡ De bereidingstijd varieert afhankelijk van de soort, het gewicht, de dikte en de kwaliteit van de gerechten.
een klein metaalvrij penseel. Zorg ervoor dat de
elektrische vonkontstekingen niet worden blootge-
steld aan harde stoten.
9.3 Kookplaat bedienen
De gasbrander kunt u als volgt ontsteken.
LET OP!
De brander ontsteekt eventueel niet of de brandervlam
is niet gelijkmatig.
Ervoor zorgen dat de kookplaatbranders schoon en
▶
droog zijn.
De branderkelk en het branderdeksel moeten exact
▶
op hun plaats zitten.
De brander kan per ongeluk doven.
Als de vlam van de brander per ongeluk uitgaat, de
▶
keuzeknop van de brander uitschakelen en min-
stens 1 minuut wachten voordat u de brander op-
nieuw ontsteekt.
Open de bovenste afdekking van het fornuis.
1.
Deze afdekking moet open zijn zolang de kookplaat
wordt gebruikt.
Geschikt kookgerei op de pannenhouder plaatsen.
2.
→ "Geschikte pannen", Pagina 16
De keuzeschakelaar voor de gewenste brander in-
3.
drukken en op de ontstekingsstand zetten.
a Het ontsteken begint.
De kookplaatschakelaar indrukken en gedurende
4.
ca. 1-3 seconden ingedrukt houden.
a Het gas begint naar buiten te stromen en de gas-
brander gaat branden.
a De ontstekingsbeveiliging wordt zo geactiveerd. Als
de gasvlam uit gaat, wordt de gastoevoer automa-
tisch onderbroken door de ontstekingsbeveiliging.
Stel de gewenste vlamgrootte in.
5.
Tussen uit en is de vlam niet stabiel. Daarom al-
tijd een instelling tussen grote en kleine vlam kie-
zen.
Controleer of de vlam brandt.
6.
Wanneer de vlam niet brandt, de stappen herhalen.
Voor het uitschakelen van de gasbrander:
7.
De kookplaatkeuzeschakelaar naar rechts op
‒
draaien.
9.4 Apparaat met de hand ontsteken
Opmerking: Bij een stroomuitval kunt u de brander ook
met de hand ontsteken.
Geschikt kookgerei op de pannenhouder plaatsen.
1.
De keuzeschakelaar van de gekozen brander in-
2.
drukken en naar links in de gewenste kookstand
draaien. De keuzeschakelaar ingedrukt houden.
De brander met een gasaansteker of een lucifer
3.
aansteken. De keuzeschakelaar na het ontsteken
enkele seconden ingedrukt houden.
Kookplaat bedienen nl
17