BEDIENINGSINSTRUCTIES
Laat de iBR-hendel los om de wer-
king in achteruit stop te zetten.
Om de achterwaartse snelheid te
stoppen na het loslaten van de iBR-
hendel, moet u voldoende gas ge-
ven.
WAARSCHUWING
De remfunctie heeft geen effect
op bewegingen in achteruit.
In achteruit is het beschikbare mo-
torvermogen beperkt, zodat de
achterwaartse snelheid ook beperkt
is. Afhankelijk van de omstandighe-
den kunnen echter toch snelheden
hoger dan 14 km/h voorkomen in
de achteruitstand.
WAARSCHUWING
Vaar enkel traag achteruit en
dan zo kort mogelijk. Kijk altijd
goed of er geen voorwerpen of
personen achter het vaartuig
zijn.
Bij varen in achteruit moet u het
stuur in de omgekeerde richting
draaien als die waarin u de achter-
kant van de waterscooter wilt be-
wegen.
Om de achterkant van de water-
scooter bijvoorbeeld naar bakboord
(links) te sturen, draait u het stuur
naar stuurboord (rechts).
100
TYPISCH - IN DE OMGEKEERDE RICH-
TING STUREN IN ACHTERUIT
LET OP Bij achterwaartse
stuwkracht stuurt u in de omge-
keerde richting dan bij voorwaart-
se stuwkracht. Om de achterste-
ven van de waterscooter in ach-
teruit naar bakboord (links) te
sturen, draait u het stuur naar
stuurboord (rechts). Om de ach-
tersteven van de waterscooter
naar stuurboord (rechts) te stu-
ren, draait u het stuur naar bak-
boord (links). De werking met
achterwaartse stuwkracht dient
in open water te worden ingeoe-
fend om volkomen vertrouwd te
raken met de bedieningselemen-
ten en het stuurgedrag van de
waterscooter alvorens in een
krappe omgeving te werken.