9 Instellingen
Afb.30
Voorbeeld van twee verschillende
sensorkarakteristieken
98
EcoTherm Plus WGB-K EVO 20/28 H
Spanningswaarde 1 H1 (5953),Spanningswaarde 2 H1
(5955),Functiewaarde 1 H1 (5954) enFunctiewaarde 2 H1 (5956)
De lineaire sensorkarakteristiek wordt bepaald door twee vaste punten. De
instelling wordt gerealiseerd met twee parameterparen voor functie waarde
en spanningswaarde (F1 / U1 en F2 / U2).
De functiewaarde is gespecificeerd op een factor 10, dwz als u 100°C wenst,
dient u "1000" te kiezen.
Frequentie waarde 1 H4 (5973), Functiewaarde 1 H4 (5974),
Frequentie waarde 2 H4 (5975) en (5976)Functiewaarde 2 H4
F Frequentie
W Waterdoorstroming
De lineaire sensorkarakteristiek wordt bepaald door twee vaste punten. De
instelling wordt gerealiseerd met twee parameterparen voor functie waarde
en frequentiewaarde (F1 / U1 en F2 / U2).
RA-0000083
Functie uitgang P1 (6085)
Deze parameter wordt gebruikt om de functie van de modulerende pompen
te specificeren.
Geen: Er bestaat geen uitgang P1.
Ketelpomp Q1: De aangesloten pomp wordt gebruikt om het ketelwater
te laten recirculeren.
Tapwaterpomp Q3: Aandrijving voor tapw-opslagtank
Verw circ pomp VG1 Q2: De gepompte verwarmingskring HC1 is inge
schakeld.
Verw circ pomp VG2 Q6: De gepompte verwarmingskring HC2 is inge
schakeld.
Verw circ pomp VG3 Q20: De gepompte verwarmingskring HC3 is inge
schakeld.
Correctie buitentemp opn (6100)
Instellen van een correctiewaarde voor buitensensor.
Gebouwtijdconstante (6110)
De hier ingestelde waarde heeft invloed op de rectiesnelheid van de aanvoe
rinstelwaarde in geval van schommeledne buitentemperaturen in functie
van het gebouwontwerp.
Voorbeeldwaarden (zie ook Geoptimaliseerd uit):
40 voor gebouwen met dikke muren of buitenisolatie.
20 voor gebouwen met een normaal bouwontwerp.
10 voor gebouwen met een licht bouwontwerp.
Voor meer informatie, zie
Geoptimaliseerd uit (780, 1080, 1380), pagina 80
Inschakeloptimalisering max (790, 1090, 1390) and Uitschakelopti
malisering max (791, 1091, 1391), pagina 80
Centrale gew wrde beïnvl (6117)
De centrale instelwaarde-leiding stelt de instelwaarde van de warmteprodu
cent in op de vereiste centrale doorstromingstemperatuur. Met de instelling
is de maximale correctie beperkt, zelfs wanneer er een grotere aanpassing
vereist mocht zijn.
Vorstbev installatie (6120)
De verwarmingskringpomp wordt aangestuurd zonder warmteopvraag
naargelang de buitentemperatuur. Indien de buitentemperatuur de onder
ste grenswaarde van -4°C bereikt, wordt de verwarmingskringpomp inge
7633772 - 01 - 10092015