8.11 Pompinstelling (pompverwarmingscircuit)
Afb.18
Voorbeeld van de restopvoerhoogte
8
100%
7
6
5
4
60%
50%
3
40%
2
30%
20%
10%
1
0%
0
0
Rfh Restopvoerhoogte
7633772 - 01 - 10092015
7. Druk op OK.
8. Sluit het programmeerniveau door de bedrijfsmodus-toets voor de
verwarmingsmodus in te drukken.
Voor de juiste instelling van de pompmodule is een hydraulische ontwerp
berekening van het systeem vereist.
De pomp binnenin de ketel wordt geactiveerd door parameter 2320 (Pomp
modulatie) met de modulatie-instelling "Vraag". Dat wil zeggen dat er, af
hankelijk van de warmtevraag, wordt gewisseld tussen de instelling mini
male en maximale pompsnelheid. De pomp probeert om zo weinig mogelijk
energie te gebruiken voor de vraag van het verwarmingscircuit.
500
1000
900
Wms [kg/h]
1. Parameter 883 (Max pomptoerental)
De max. pompsnelheid resulteert uit het ontwerp van de volume
stroom en de restopvoerhoogte op dat punt (zie afb.).
Tab.12 Voorbeeld (afb.)
Ontwerp volumestroom
Systeemweerstand op het ontwerppunt
=> max. snelheid (aflezen)
=> instelling parameter 883
2. Parameter 882 (Min pomptoerental)
Verwarmingssystemen met radiatoren
De minimale pompsnelheid voor verwarmingssystemen met radia
toren is, conform de grafiek (zie afb.), het resultaat van de systeem
weerstand bij een volumestroom van 0 l/h.
Tab.13 Voorbeeld (afb.)
Systeemweerstand op het ontwerppunt
=> min. snelheid (aflezen)
=> instelling parameter 882
Voerverwarmingssystemen
De minimale pompsnelheid voor vloerverwarmingssystemen resul
teert uit 75% van de maximale pompsnelheid.
1500
2000
Wms Waterdebiet
EcoTherm Plus WGB-K EVO 20/28 H
8 Werking
2500
RA-0000428
900 l/h
19 kPa (1,9 mWS)
50%
50%
19 kPa (1,9 mWS)
30%
30%
53