9 Instellingen
94
EcoTherm Plus WGB-K EVO 20/28 H
De primaire pomp wordt alleen ingeschakeld wanneer de temperatuur
van de ketel boven de ingestelde DHW-temperatuur ligt. Als de ketel
temperatuur onder de DHW-temperatuurinstelwaarde min het DHW
schakelverschil daalt, wordt de laadpomp weer uitgeschakeld.
Uit: De functie is uitgeschakeld.
Altijd: De functie is altijd actief.
Automatisch: De functie is alleen actief als de warmteproducent geen
warmte kan leveren of niet beschikbaar is (functiestoring, vergrendeling
van de verwarmingsbron).
Max laadtemperatuur (5050)
Met deze instelling wordt de maximale oplaadtemperatuur voor de aange
sloten opslag van het zonne-energiesysteem beperkt. Als de DHW-oplaad
waarde wordt overschreden, schakelt de verzamelpomp uit.
Toelichting
De verzamelpomp kan opnieuw worden ingeschakeld door de func
tie om het oververhitten van de verzamelaar te voorkomen (zie pro
gramma nummer 3850) totdat de veilige temperatuur is bereikt.
Voor meer informatie, zie
Max temp bev collector (3850), pagina 0
Automatische push (5070)
De Tapw-impuls kan manueel of automatisch worden geactiveerd. Dit heeft
een eenmalige Tapw-oplading tot gevolg tot de nominale instelwaarde.
Uit: De Tapw-impuls kan alleen manueel worden geactiveerd.
Aan: Als de Tapw-temperatuur met meer dan de schakelverschillen (prog.
nr. 5024) onder de verlaagde instelwaarde (prog. nr. 1612) daalt, wordt
deze eenmaal op de nominale Tapw instelwaarde geladen (prog.nr.1610).
Toelichting
De automatische impuls werkt alleen wanneer de Tapw-modus in
gesteld is.
Overtemperatuur afname (5085)
Het afvoeren van de overtollige warmte kan worden ingeschakeld via de vol
gende functies: Maximale temperatuur in de opslagtank, automatische
druktoets, verwarmingsprioriteit tijd druktoets, restwarmte afvoer, actieve
ingangen H1, H2, H3 of EX2, afkoeling opslagtank, restwarmte-afvoer ketel
op vaste brandstof. Als er een overtemperatuur-afvoer geactiveerd is, kan
het energie-overschot worden afgevoerd via de centrale verwarming die de
warmte afvoert. Dit kan apart worden ingesteld door iedere verwarmings
kring.
Met voorregelaar/circ pomp (5092)
Nee: De Tapw-opslagtank wordt gevuld zonder primaire besturingsauto
maat/systeempomp
Ja: De Tapw-cilinder wordt gevuld vanuit de primaire besturingsautomaat
op/door de voedingspomp.
Min pomptoerental (5101) enMax pomptoerental (5102)
Instelling van de minimale en maximale snelheid van de laadpomp voor de
opslagtank in procent.
9.2.15 Opstelling
Verwarmings groep 1 (5710)Verwarmings groep 2 (5715)
enVerwarmings groep 3 (5721)
De Verwarmingskringen kunnen met gebruik van deze instelling worden in-
en uitgeschakeld. Verwarmingskring-parameters worden verborgen in de
gedeactiveerde status.
7633772 - 01 - 10092015