Full-time AF
Wanneer full-time AF actief is stelt de autofocus permanent scherp, zodat het beeld op de monitor
scherp blijft. Het vermindert ook de scherpsteltijd wanneer u foto's wilt maken. Wordt de camera
ingesteld op handinstelling, dan wordt full-time AF uitgeschakeld. Uitschakelen van Full-time AF zal
batterijen sparen. Full-time AF kan worden geactiveerd in sectie 2 van het P-, A-, S- en M-menu
(blz. 44).
Full-time AF is actief ongeacht de menu-instelling bij gebruik van macro in de automatische opna-
mestand of een digitaal onderwerpsprogramma, en bij gebruik van het digitale onderwerpsprogram-
ma Sport/actie. Verschijnt de rode batterijwaarschuwing, dan wordt full-time AF uitgeschakeld.
Belichtingscorrectie
De flitsstanden kunnen worden veranderd in sectie 2 van het P-, A-
S- en M-menu (blz. 44). Deze menu-optie wordt gebruikt wanneer
een andere functie is toegewezen aan de flitstoets, zie blz. over de
Custom key functie. Meer over de flitsstanden op blz. 26.
Flitscorrectie
Flitscorrectie verhoogt of verlaagt de dosis flitslicht van de ingebouwde flitser binnen een bereik van
-2 tot +2 LW.
Selecteer de optie flitscorrectie (Flash comp.) in sectie 2 van het P-
A-, S- en M-menu (blz. Gebruik de op/neer-toetsen om de sterkte
van de correctie in te stellen. Druk op de centrale toets van de
stuureenheid om die waarde vast te leggen. Kiest u een andere
waarde dan 0.0, dan blijft het symbool als waarschuwing zichtbaar
op de lcd-monitor.
62
Geavanceerde opnametechniek
Focus mode
Single AF
Full-time AF
Off
Flash mode
Autoflash
Flash comp.
0
Metering mode
MultiSegment
Focus mode
Full-time AF
Flash mode
–2 ~ +2
+0.3
Flash comp.
Metering mode
Positieve correctie
Geen correctie
Met de flitscorrectie regelt u de verhouding tussen omgevingslicht en flitslicht. Een invulflits heldert
de harde schaduwen in iemands gezicht op die ontstaan bij fel zonlicht; de flitscorrectie verandert de
verhouding tussen de lichte beeldpartijen en de schaduwen. De invulflits heeft invloed op de diepte
van de schaduwen zonder de beeldpartijen aan te tasten die door de zon worden verlicht. Vermindert
u de flitsdosering met een negatieve flitscorrectie, dan krijgen de schaduwen minder licht, maar er
komen wel details naar voren die zonder flits in de schaduwen verborgen zouden blijven. Met een
positieve flitscorrectie verhoogt u de flitsdosis en kunt u een zacht en teer effect bereiken.
Lichtmeetmethoden
Op de monitor wordt aangegeven welke lichtmeetmethode is gekozen. De lichtmeetmethode wordt
ingesteld in sectie 2 van het P-, A-, S- en M-menu (blz. 44).
Meerveldsmeting: gebruikt 256 segmenten om helderheid en kleur te meten. De meetinfor-
matie wordt met de afstandsinformatie gecombineerd om de belichtinginstelling te bepalen.
Dit geavanceerde meetsysteem geeft zonder rompslomp in bijna alle situaties de correcte
belichting.
Centrumgerichte meting: traditionele meetmethode die in veel conventionele camera's
wordt gebruikt. Het systeem meet het totale beeld maar legt de nadruk op het centrale
gedeelte.
Spotmeting: gebruikt een klein gebied binnen het beeld om
de belichting te bepalen. Een kleine cirkel midden in het live-
beeld geeft het meetveld aan. Met spotmeting kunt u zeer
precies een bepaald deel van het onderwerp meten,
waardoor u een meting krijgt die niet wordt misleid door zeer
donkere of lichte partijen binnen het beeld.
Negatieve correctie
Geen flits
63