Gebruik van het REC-menu (vervolg)
Deze instellingen zijn mogelijk:
ISO
De gevoeligheidinstelling kan worden gekozen.
AUTO
Normale gevoeligheid is equivalent aan ISO100.
Gevoeligheid wordt automatisch aangepast aan omstandigheden.
50/100/200/400
bewegende onderwerpen. Hoe hoger echter de gevoeligheid, des te
meer ruis zal het beeld vertonen. Een lage gevoeligheid is geschikt
voor heldere onderwerpen en geeft de hoogste beeldkwaliteit.
Flitsintensiteit (Flash intensity)
De flitsintensiteit is instelbaar.
Wilt u de intensiteit van de flits verminderen, bijvoorbeeld voor een onderwerp
op korte afstand kies dan voor een "–" correctie.
Wilt u de intensiteit van de flits vermeerderen, kies dan voor een "+" correctie.
De flitsintensiteit wordt beperkt door de hardware-eigenschappen, afhankelijk
van de omstandigheden scherpstelafstand, diafragma, afstand tot het onder-
werp, gevoeligheid, enz.)
Kleurverzadiging (Clearness)
De kleurverzadiging is instelbaar.
Kies "+" om de kleuren intenser te maken, kies "–" om de intensiteit van de kleu-
ren te verminderen.
Contrast
Het contrast (verschil tussen licht en donker) is instelbaar.
Kies "+" om het contrast te verhogen, "–" om het contrast te verlagen.
Verscherping (Sharpness)
De verscherping (contourscherpte) is instelbaar.
Kies "+" om contouren scherper te maken, "–" om ze te verzachten.
Kleur (Color)
De kleur van de beelden is instelbaar. (Bepaalde kleuren kunnen worden bena-
drukt.)
Kleur (rood, groen, blauw) wordt ingesteld als een relatieve waarde.
0, 0, 0 and -2, -2, -2 wordt als hetzelfde beschouwd. Wilt u bijvoorbeeld rood
benadrukken, stel dan de kleur in op +2 (rood), -2 (groen), -2 (blauw), niet +2
(rood), 0 (groen), 0 (blauw).
• Bij foto's in sepia gelden de instellingen voor clearness, sharpness en color
niet.
• Bij foto's in zwart-wit gelden de kleurinstellingen niet.
• Bij films gelden alleen de color instellingen.
Hoge gevoeligheid is geschikt voor donkere of snel
65