80
Instrumenten en bedieningsorganen
blauw : inschakelbevestiging
wit
: inschakelbevestiging
grijs
: systeem tijdelijk onderbro-
ken, er is ten minste één
systeembeperking gedetec-
teerd
Er zitten controlelampjes in het Driver
Information Center.
Driver Information Center 3 89.
Overzicht
De nummers in de overzichtstabel
geven aan wat u moet doen wanneer
er een controlelamp brandt of knip-
pert.
1 : alleen ter informatie
2 : informatie en waarschuwing
3 : de hulp van een werkplaats inroe-
pen
4 : de motor uitschakelen en de hulp
van een werkplaats inroepen
5 : oorzaak van de storing onmiddel-
lijk door een werkplaats laten
verhelpen
6 : auto uitschakelen, niet verder
rijden en de hulp van een werk-
plaats inroepen
1
Richtingaanwijzers
O
3 81
2
Gordelverklikker
X
3 81
5
Airbags en gordelspan-
v
ners 3 82
1
V
3 82
4
p
5
Storingsindicatielamp
Z
3 82
5
Laat auto spoedig
C
nakijken 3 83
STOP
6
3 83
4
3 83
6
Rem- en koppelings-
R
systeem 3 83
1 /
Elektrische handrem
m,
2 /
3 83, automatische
o
5
bediening van elektri-
sche handrem uit
3 84
5
E
2
u
1
1
)
2
L
3 85
2
O
2 /
b
5
3 85
4
W o
1
!
2 /
%
3
1
Y
w
2 /
Spanningsverliesde-
3
tectie 3 86
4
Motoroliedruk 3 86
I