194
Rijden en bediening
geïnstalleerd en geaard conform alle
geldende voorschriften en bepalin‐
gen.
9 Waarschuwing
Als de aarde van de oplaadkabel
onjuist is aangesloten, kan dit een
elektrische schok veroorzaken.
Vraag een erkend elektricien of er
twijfels bestaan of het oplaadcir‐
cuit correct is geaard. Aanpassin‐
gen aan de stekker die bij het
product is geleverd zijn niet toege‐
staan. Als deze niet in de contact‐
doos past, laat dan een correcte
contactdoos plaatsen door een
erkend elektricien.
Opladen
9 Waarschuwing
Personen met een pacemaker
moeten een arts raadplegen voor
mogelijke voorzorgsmaatregelen.
Om ervoor te zorgen dat stekker en
aansluiting bij elkaar passen wordt
een label gebruikt. Het label zit aan de
binnenkant van de klep van de oplaa‐
daansluiting van de auto. Zorg dat u
alleen een kabel van hetzelfde type
aansluit.
Stekker of aansluiting Type 2 voor
wisselstroomopladen
9 Waarschuwing
Voorkom dat er vloeistoffen
binnendringen in de oplaadaan‐
sluiting van de auto, de autostek‐
ker van de oplaadkabel en het
huishoudstopcontact.
Ga bij het opladen bij een openbare
AC-oplaadpaal te werk volgens de
instructies voor het gebruik van het
betreffende oplaadstation. Openbare
AC-oplaadpalen zijn mogelijk niet
voorzien vaan een geïntegreerde
oplaadkabel. In dat geval is een
draagbare mode 3 oplaadkabel
nodig.
9 Waarschuwing
Gebruik bij het opladen via een
huishoudstopcontact alleen een
stopcontact dat goed geaard is en
is beveiligd met een 30mA-diffe‐
rentieelschakelaar.
Gebruik alleen een huishoudstop‐
contact dat is beveiligd met een
circuitonderbreker die is aange‐
past aan de stroomsterkte van het
elektrische circuit.
Laat de te gebruiken elektrische
installatie controleren door een
erkende elektricien. De installatie
moet voldoen aan landelijke
normen en geschikt zijn voor de
auto.
Laat bij gebruik van een specifiek
huishoudstopcontact dit door een
erkend elektricien installeren.