ondergrond staat, of de handrem
aangetrokken is en P is geselec‐
teerd.
Voorzichtig
Als de auto langzaam lijkt te acce‐
lereren of niet reageert wanneer u
sneller wilt rijden, rijd dan niet
verder. De elektrische aandrijving
kan beschadigd zijn. Neem zo
snel mogelijk contact op met een
werkplaats.
Let op
Rijd bij een glad wegdek in de stand
D voor verbeterde rijomstandighe‐
den en wegligging.
9 Waarschuwing
Bij extreme temperaturen of als de
hoogspanningsaccu bijna volledig
opgeladen is, is de remkracht van
het regeneratief remmen mogelijk
even minder groot. Als de
remkracht niet voldoende is, moet
de bestuurder voorbereid zijn om
het rempedaal te gebruiken.
Voorzichtig
Bij doorslaan van de wielen of het
bergop "vasthouden" van de auto
met alleen het gaspedaal kan de
elektrische aandrijving bescha‐
digd raken. Laat de banden niet
doorslaan als u vast zit. Houd de
auto bij het stoppen bergop alleen
met de rem op zijn plaats.
Schakelen type A
Rijden en bediening
Verplaats de keuzehendel of druk op
de betreffende knoppen.
P : parkeerstand, de voorwielen zijn
geblokkeerd, alleen inschakelen
wanneer de auto stilstaat en de
parkeerrem is aangetrokken
R : achteruitversnelling, alleen
inschakelen wanneer de auto
stilstaat
N : neutrale stand
D : automatische modus
B : Automatische modus met rijden
met één pedaal en regeneratief
remmen
De keuzehendel is vergrendeld in
stand P. Controleer vóór het ontgren‐
delen of het contact aan is. Trap het
rempedaal in, druk zo nodig op
UNLOCK en zet de keuzehendel in
de gewenste modus.
De keuzehendel is vergrendeld in
stand P. Controleer vóór het ontgren‐
delen of het contact aan is. Trap het
rempedaal in, druk zo nodig op
UNLOCK en zet de keuzehendel in
de gewenste modus.
131