● Ritten op wegen met vage rijst‐
rookmarkeringen.
● Plotselinge veranderingen in de
lichtsterkte.
Het systeem kan niet werken als geen
rijbaanmarkering wordt gedetec‐
teerd.
Lane keep assist
Lane Keep Assist helpt bij het voor‐
komen van per ongeluk verlaten van
de rijstrook. De frontcamera obser‐
veert de rijstrookmarkeringen waar
de auto tussen rijdt. Wanneer de auto
de markeringen nadert, wordt het
stuurwiel licht verdraaid om de auto
binnen de rijstrook te houden. De
bestuurder voelt dan dat het stuurwiel
draait. Draai het stuurwiel in dezelfde
richting mee als het systeem onvol‐
doende stuurt. Draai het stuurwiel
rustig in de tegenovergestelde rich‐
ting als u van rijstrook wilt wisselen.
Wanneer het systeem stuurt om de
rijrichting van de auto te corrigeren,
knippert a geel op het Driver Infor‐
mation Center.
Een waarschuwingsbericht op het
Driver Information Center en een
geluidssignaal waarschuwen u
wanneer er onmiddellijke actie van u
vereist is.
Het systeem detecteert geen onbe‐
doeld verlaten van de rijstrook
wanneer de richtingaanwijzers
worden bediend en gedurende
20 seconden na uitschakeling van de
richtingaanwijzers.
Let op
Het systeem kan worden uitgescha‐
keld als het wegen waarneemt die te
smal, te breed of te kronkelig zijn.
Aan de volgende voorwaarden moet
zijn voldaan:
● de rijsnelheid moet tussen
65 km/h en 180 km/h liggen
● de bestuurder moet het stuurwiel
met beide handen vasthouden
● de verandering van rijrichting
gaat niet vergezeld van knippe‐
rende richtingaanwijzers
● de elektronische stabiliteitsrege‐
ling is geactiveerd maar werkt op
dat moment niet
Rijden en bediening
● de auto is niet aangesloten op
een aanhanger of een elektrische
fietsdrager
● normaal rijgedrag (het systeem
detecteert een sportieve rijstijl,
d.w.z. bediening van het rempe‐
daal of het gaspedaal)
● wegen met slechte rijstrookmar‐
keringen
● er is geen reservewiel gemon‐
teerd
● de bestuurder moet actief rijden
tijdens de correctie
● de auto maakt geen scherpe
bocht
183