Zorg dat het stopcontact, de stek‐
ker en de kabel niet het gewicht
van de regeleenheid ondersteu‐
nen.
1. Schakel over naar P en schakel
de auto uit.
2. Druk op de klep van de oplaa‐
daansluiting om deze te ontgren‐
delen.
3. Haal zo nodig de oplaadkabel uit
de bagageruimte.
4. Sluit indien nodig de stekker van
de oplaadkabel aan op de bijbe‐
horende aansluiting van de
externe voedingsbron.
Oplaadkabel 3 191.
Rijden en bediening
5. Sluit de autostekker van de
oplaadkabel aan op de oplaa‐
daansluiting van de auto.
Oplaadstatus 3 198.
195