Advertenties
140
Rijden en bediening
Hybride
In de hybridemodus staat het opti‐
male brandstofverbruik van de auto
centraal. Afhankelijk van de rij-
omstandigheden en de rijstijl werken
de verbrandingsmotor en de elektro‐
motor samen of afwisselend.
Elektrisch
Let op
De elektrische modus is wellicht niet
beschikbaar als de buitentempera‐
tuur niet tussen 0 °C en 45 °C ligt.
In deze modus rijdt de auto alleen op
de elektromotor. De elektrische
modus is de standaardmodus.
Elektrische voortstuwing is beschik‐
baar voor snelheden tot 135 km/u.
Het oplichten van de led onder de
binnenspiegel geeft aan dat de auto
elektrisch rijdt. Deze led is van buiten
de auto zichtbaar.
Verdunning motorolie
Als de verbrandingsmotor vaak wordt
gestart zonder op bedrijfstempera‐
tuur te komen, wordt de motorolie
verdund met brandstof. Dit is een
normaal verschijnsel bij een verbran‐
dingsmotor. De motorolie verdampt
uit de brandstof terwijl de motor actief
is.
Ter voorkoming van verdunning advi‐
seren wij u het volgende:
● Laad de hoogspanningsaccu zo
vaak mogelijk op via een externe
voedingsbron.
● Rij bij voorkeur in de elektrische
modus.
● Rij één keer per maand gedu‐
rende meer dan 45 minuten in de
hybridemodus. U kunt ook één
keer per maand gedurende
minstens 30 minuten in de sport‐
modus rijden.
Als er een bericht verschijnt dat de
elektrische modus niet beschikbaar is
en dat de auto automatisch rijdt, advi‐
seren we u om het volgende te doen:
Rijd minstens 100 km op een snelweg
of 90 minuten achter elkaar.
All-wheel drive
De aandrijving op alle wielen verbe‐
tert het rijgedrag en de stabiliteit en
helpt de auto optimaal bestuurbaar te
houden.
Bij aandrijving op alle wielen wordt de
vooras aangedreven door de
verbrandingsmotor of de elektromo‐
tor, de achteras wordt aangedreven
door een tweede elektromotor.
De aandrijving op alle wielen kan
worden ingeschakeld met behulp van
de rijmodusschakelaar. Het inscha‐
kelen ervan wordt weergegeven op
het Driver Information Center en het
Info-Display.
Advertenties
Hoofdstukken
