Een geringer debiet in de toevoerleiding voor zeewater dan in de
persleiding voor zeewater resulteert in permeaat van geringere
kwaliteit, grotere toevoerdruk en een hoger energieverbruik.
Wij adviseren u een BMS hp pomp (14) met geringe overcapaci-
teit te gebruiken voor het verwerken van geraamde stromen van
membraanconcentraat, waarbij u rekening houdt met seizoens-
verschillen, verontreiniging van het membraan en verliezen aan
de spruitstukken. Het debiet en de druk van de BMS hp pomp
(14) moeten worden geregeld met een frequentieomzetter.
De stroom met lage druk noch de stroom met
hoge druk door de pressure exchanger mag het
nominale maximale debiet overschrijden.
Voorzichtig
De enige betrouwbare manier om de stromen te
bepalen is met behulp van een manometer voor
lage druk (16) resp. een manometer voor hoge
druk (14).
Ga als volgt te werk om de BMS hs pomp in bedrijf te stellen:
1. Start de BMS hs (6). Zie paragraaf
7
Ingebouwd
6
14
15
12
16
5
17
4
3
2
1
26
Afb. 33 Systeem in bedrijf
De druk in het BMSX systeem neemt toe. De geluidsbelasting
van de pressure exchanger (23) neemt toe. Geringe variaties in
geluidsbelasting en toerental van de rotor zijn normaal.
6.5 Debietregeling met lage druk
De concentraatklep (24) aan de perszijde van het systeem moet
worden aangepast voor regeling van het debiet van de toevoerlei-
ding voor zeewater met lage druk (17) en de persleiding voor
concentraat met lage druk (22) (min. 1 bar tegendruk).
Deze klep (24) zorgt tevens voor tegendruk op de pressure
exchanger (23) die is vereist om destructieve cavitatie te voorko-
men. Het toevoerdebiet voor zeewater onder lage druk (17) is
gelijk aan het toevoerdebiet van het concentraat onder hoge
druk (15).
16
6.1.2
Inbedrijfstelling.
27
18
19
13
21
20
22
23
24
25
7. Uitschakelen
Volg zorgvuldig deze instructies om uw boostersysteem veilig uit
te schakelen.
7.1 BMS hs pomp
In deze procedure wordt beschreven hoe u de BMS hs pomp kunt
uitschakelen.
6
5
4
1000 ppm TDS
3
2
1
Afb. 34 Voorbeeld van BMS hs pomp
Procedure
1. Laat de BMS hs pomp (6) aflopen volgens de fabrieksinstellin-
gen. Zie afb. 35 (3 en 4).
rpm
2
1700
1
4
3 seconden
Afb. 35 Aflopen
Voorzichtig
Laat aflopen van 1700 tot 0 rpm in 3 seconden.
2. Schakel de toevoerpomp (1) uit.
3. Start de spoelpomp voor zoetwater (12) en spoel het systeem
door met zoetwater (11) (min. 2 bar voor spoeling).
4. Spoel het systeem 5 tot 10 minuten lang door of totdat het
zoutgehalte minder is geworden dan 1000 ppm TDS.*
5. Schakel de zoetwaterpomp (12) uit.
6. Sluit alle kleppen om het zoetwater in het systeem te houden
tijdens de afsluiting.
* Spoel alleen bij ontziltingstoepassingen waarbij zeewater of
vergelijkbare agressieve vloeistoffen worden verpompt.
U kunt het druklager van de BMS hs pomp door-
spoelen door de pomp 30 seconden lang te star-
Voorzichtig
ten zodat het zoetwater het druklager kan binnen-
dringen.
Als het spoelen langer dan 10 minuten in beslag
neemt, moet het debiet worden verlaagd tot maxi-
N.B.
maal 10 % van het nominale debiet.
Tijdens perioden van inactiviteit moet de pomp
N.B.
worden gevuld met schoon zoetwater.
Ingebouwd
8
7
9
11
12
3
t [seconden]