10.4.2 Eindstand OPEN (wit veld) instellen
Hoe te werk te gaan 1. Handmatige bediening inschakelen.
10.5 Proefdraaien
10.5.1 Draairichting aan mechanische standaanwijzing controleren
AANWIJZING
Hoe te werk te gaan 1. Aandrijving handmatig in de middenstand, resp. op voldoende afstand van de
3. Instelspindel [1] continu ingedrukt houden en met een schroevendraaier in de
richting van de pijl draaien; let daarbij op de wijzer [2]: bij voelbaar en hoorbaar
ratelen springt de wijzer [2] steeds 90° verder.
4. Staat de wijzer [2] 90° voor punt [3]: dan alleen nog langzaam verder draaien.
5. Springt de wijzer [2] naar het punt [3]: niet meer draaien en de instelspindel
loslaten.
ð De eindstand DICHT is nu ingesteld.
6. Indien te ver werd gedraaid (ratelen ná het omspringen van de wijzer): de
instelspindel in dezelfde richting verder draaien en de instelprocedure herhalen.
2. Handwiel tegen de wijzers van de klok in draaien, totdat de afsluiter geheel
geopend is.
3. Instelspindel [4] continu ingedrukt houden en met een schroevendraaier in de
richting van de pijl draaien; let daarbij op de wijzer [5]: bij voelbaar en hoorbaar
ratelen springt de wijzer [5] steeds 90° verder.
4. Staat de wijzer [5] 90° voor punt [6]: dan alleen nog langzaam verder draaien.
5. Springt de wijzer [5] naar het punt [6]: niet meer draaien en de instelspindel
loslaten.
ð De eindstand OPEN is nu ingesteld.
6. Indien te ver werd gedraaid (ratelen ná het omspringen van de wijzer): de
instelspindel in dezelfde richting verder draaien en de instelprocedure herhalen.
Pas als alle hiervoor beschreven instellingen zijn uitgevoerd mag met proefdraaien
worden begonnen.
Beschadigingen aan de afsluiter door een verkeerde draairichting!
à Bij een verkeerde draairichting direct uitschakelen.
à Fasevolgorde corrigeren.
à Proefdraaien herhalen.
Voor het bereiken van de eindstand uitschakelen.
eindstand bewegen.
2. Aandrijving in de richting DICHT inschakelen en vervolgens de draairichting aan
de mechanische standaanwijzing observeren:
•
Bij mechanische standaanwijzing via pijlmarkering:
De draairichting is correct als de aandrijving in de richting DICHT beweegt en
de symbolen ( / ) tegen de wijzers van de klok in draaien:
Inbedrijfstelling (basisinstellingen)
33